SOUNDCHECK. Isolde Lasoen lost tweede soloplaat: «Hoe triestiger de muziek, hoe mooier ik ze vind»

SOUNDCHECK. Isolde Lasoen lost tweede soloplaat: «Hoe triestiger de muziek, hoe mooier ik ze vind»
Foto P. Stellamans

Dag Isolde! ‘Oh Dear’ is een heel rijke, elegante en diverse plaat geworden. De speelvreugde spat ervan af.

«Dank je! Ik heb me rot geamuseerd. Het creatief proces is sowieso het leukste. Het geraamte van die nummers opbouwen en dan de studio induiken om die rudimentaire songs bij te schaven en af te werken. Als je de symbiose van al dat harde werk op het einde van de rit door de luidsprekers hoort schallen in de control room: dat is een heel mooi moment.»

«Het schrijven is begonnen in september 2021. Ik surfte toen op de trip van ‘The Four Horsemen’, een cover die ergens stof lag te vergaren tot ik besloot om die uit te brengen. De reacties waren zó lovend. Er werd mij verteld dat die trip van psychedelica, progrock en seventiesmuziek op mijn lijf geschreven stond. Iedereen vroeg of die sound mijn ‘nieuwe stijl’ was. Ik geraakte er tot mijn eigen verbazing ook nog mee weg op de radio, en dus besloot ik om op die sound voort te borduren.»

Je stem wordt vergeleken met die van Carla Bruni en Françoise Hardy. Wat vind je daarvan?

«Ik volg die vergelijking wel. Een journalist van OOR omschreef het bij de bespreking van mijn vorige plaat heel mooi: hij vond mij een ‘zuchtmeisje’. Veel Franse zangeressen zingen met veel lucht, waardoor een ijle sound ontstaat – denk aan Françoise Hardy, Jane Birkin, Charlotte Gainsbourg en Brigitte Bardot. Als ik in het Frans zing, klinkt mijn stem blijkbaar gelijkaardig. Het is een mooi compliment. Carla Bruni en Françoise Hardy doen het tenslotte ook niet slecht.»

Klopt het trouwens dat je de zanglijnen op je platen altijd als laatste opneemt?

«Ja, omdat ik dat het moeilijkste vind aan een album maken. Als het aan mij lag bestond mijn nieuwe plaat enkel uit instrumentale nummers. Maar dat kon ik niet maken (gniffelt). Van zodra je tekst op muziek zet, wordt een nummer een song en ik wou er wel echt songs van maken. Bovendien zou ik zonder lyrics wellicht niet op de radio gedraaid worden. Maar daar wou ik sowieso geen rekening mee houden. Ik heb echt mijn eigen goesting gedaan en gemaakt wat ik zelf wilde horen. Alles waar ik zelf muzikaal zot van ben zit erin vervat.»

Was je vroeger dan meer bezig met het oordeel van de buitenwereld?

«Ja. Mijn vorige plaat was ook al vrij eigenzinnig, maar ik was meer beducht voor de reacties en de kritische ontvangst. Omdat mijn vorige plaat goed onthaald werd, heb ik nu meer vertrouwen. Sinds de release van mijn debuut heb ik veel liveshows gespeeld met mijn soloproject, waardoor ik een stevige livereputatie heb opgebouwd.»

«Muziek maken is hard werken en heel duur als je kwaliteit wil. Zeker als je het op mijn manier doet, met echte strijkers en blazers. Dan wil je dat die gigantische investering niet voor niets is geweest. Daarnaast ben ik sowieso niet tuk op recensies, omdat je daar geen vat op hebt. Wat niet wegneemt dat ik blij ben met de lovende recensies van ‘Oh Dear’ (glundert).»

Het moet een verademing zijn om carte blanche te hebben bij je soloproject, in tegenstelling tot je werk bij DAAN of vroeger bij Absynthe Minded.

«Ik schrijf vooral uit liefde voor de muziek. Ik speel even graag bij DAAN of vroeger bij Absynthe Minded. Ik was daar helemaal niet gefrustreerd of zo. Ik zie dat werk eerder als een ander facet van mezelf. Ik drum bij tal van projecten, en daarnaast maak ik mijn eigen muziek. Ik hoor veel te graag muziek om mij te vernauwen tot één genre, stijl of band.»

Wat ook te horen valt op ‘Oh Dear’: de songs variëren van jazzy over melancholisch tot groovy en poppy. Waar haal je je inspiratie vandaan?

«Ik heb dankzij Spotify veel oude muziek ontdekt: Italiaanse vintage soundtracks van de jaren zestig en zeventig bijvoorbeeld. Mijn vele ontdekkingstochten leidden me naar obscuurdere namen zoals Giorgio Gaslini, Pierre Cavalli, Pierro Umiliani en Alessandro Alessandroni.»

Luister je ook naar hitmuziek à la Taylor Swift en Harry Styles?

«Nee, die scene volg ik niet echt. Ook als kind niet. Ik ben opgegroeid met orkestrale muziek, filmmuziek, synthesizergrootheden, instrumentale rock-'n-roll. Dat was mijn jeugd.»

Ik hoor een zweem Serge Gainsbourg en Air in ‘Oh Dear’. Heb je een voorliefde voor Frankrijk?

«Ergens wel. Het is moeilijk te definiëren, maar in de akkoordenprogressies van veel Franse muziek zit er iets melancholisch dat mij altijd raakt. Dat sentiment sluipt onvermijdelijk ook in mijn muziek. Ook Daan heeft daar trouwens een zwak voor. Ik herken dat melancholische in zijn werk.»

Over melancholie gesproken: ‘Douce Melancholie’ is een van de kroonjuwelen van de plaat. Ben je zelf melancholisch ingesteld?

«Ja. Ik ben eerder introvert en gereserveerd, maar triestige melodieën en melancholische akkoordprogressies kunnen me enorm raken. Hoe triestiger de muziek, hoe mooier ik ze vind – bijna op het verslavende af. Melancholie in het gewone leven daarentegen vind ik ongemakkelijk. Ik ben niet graag triest zonder reden. Vaak heb ik de neiging om een reden te zoeken voor mijn tristesse. In de muziek wéét je wat de reden is. In het echte leven weet je dat vaak niet.»

Die ‘tristesse sans raison’, waarvan ook sprake is in ‘Douce Melancholie’, overvalt die jou soms?

«Zeker. Op een regenachtige of kalme dag – nooit als ik het druk heb – word ik soms zonder reden overspoeld door een ongedefinieerd gevoel van weemoed. Dan voel ik me schuldig, want ik heb het toch goed? Ik heb geen reden om ongelukkig te zijn. Ik heb niets om over te klagen. Maar vaak is de verklaring gewoon iets hormonaal. Er gebeurt op chemisch niveau iets in je lijf, met je neurotransmitters, waardoor je even down bent. Stom, maar het is zo. Heel frustrerend.»

‘Oh Dear’ is nu uit bij Mayway Records. Isolde Lasoen stelt haar nieuwe plaat voor op 31 maart in Het Depot in Leuven en op 6 april in Wilde Westen in Kortrijk. Meer concertdata op www.isoldelasoen.com.