Je had eerder al enkele videoclips en de kortfilm ‘Zombies’ gemaakt. Zie je ‘Augure’ als een verderzetting of toch vooral al een nieuwe stap?
De film begint met het personage Koffie, gespeeld door Marc Zinga, die zich klaarmaakt om voor het eerst in 18 jaar terug te keren naar Congo. En dan krijgt hij een epilepsie-aanval.
«Die had ik vroeger zelf ook. Ik ben ook heel lang dyslectisch geweest. En al die ziekten die je als kind ontwikkelt, kunnen in Congo beschouwd worden als abnormaal, een verlies van zelfcontrole. Ik zal niet beweren dat hekserij het hoofdonderwerp is van de film, maar het idee van geloof staat wel centraal. Zonder er een oordeel over te vellen, weliswaar. Dit is ‘Kuifje in Afrika’ niet. De film bevindt zich op de scheidingslijn tussen het heilige en het wereldlijke. Het geloof en de plaats van religie vormen de structuur van onze maatschappij. Vorige zomer heb ik anderhalf miljoen katholieke jongeren zien samenkomen in Portugal. Terwijl ik dacht dat niemand nog naar de kerk ging. Je moet aanvaarden dat bepaalde mensen het belangrijk vinden om zich vast te hechten aan geloof. Anderen hebben dat niet nodig.»
Hoe kwam je op het idee om een verhaal te vertellen met vier standpunten?
«Ik wou vermijden dat ik zou vervallen in didactiek en voorspelbaarheid. Aan de ene kant heb je Koffi, die het er moeilijk mee heeft dat zijn familie in Congo hem beschouwt als een heks. Paco omarmt die beschuldiging echter. ‘Behandel me als een hond en ik zal bijten als een hond’, zegt hij. Tshala, de zus van Koffi, weigert om in de rol van moeder gedwongen te worden. Haar moeder, Mujila, legt zich dan weer automatisch neer bij de aloude tradities. Eigenlijk vind ik haar het echte hoofdpersonage uit de film, want zij heeft het interessantste parcours.»
Je regie is bijzonder poëtisch. Je voelt dat je de kijker vooral geen voorgekauwd verhaaltje wilt opdringen.
«Dat heb ik geleerd in mijn muzikale carrière. Om de woorden van de Franse zanger Joseph d'Anvers te lenen: ‘Je stapt een liedje binnen voor de muziek, je blijft voor de tekst’. Ik hou van het idee dat ik een oeuvre zou kunnen opbouwen dat je op verschillende manieren kunt bekijken. Dat iedereen er een eigen interpretatie aan kan geven. Dat spreekt me aan.»
Je bent al langer actief in de muziek- en mode-industrie. Hoe vind je je ervaring in de filmwereld tot nu toe?
«Het is zeker een voordeel dat ik al andere dingen heb gedaan. In de muziekwereld heb ik de cultuur van show, schijn en glitter gezien. Ik kan 250 groepjes en artiesten noemen die de hemel ingeprezen werden en twee jaar later compleet in de anonimiteit zijn verdwenen. De filmindustrie is wat dat betreft niet meer dan een uitvergrote versie van de muziekindustrie. We vinden dingen geweldig, dan weer verschrikkelijk, en dan weer geweldig… Je moet alles relativeren en niets aan je hart laten komen. Anders loop je verloren.»
Is dat ook de instelling waarmee je campagne wilt voeren voor de Oscars?
«De bedoeling is om de film te gaan voorstellen in Los Angeles. Maar om eerlijk te zijn heeft het veel gemeen met banale verkiezingscampagnes. Je moet mensen uitnodigen, hen overtuigen, dat soort dingen. De films die het uiteindelijk halen, moeten daar astronomische bedragen voor uitgeven! Ik weet niet of mijn film past in die logica. Maar we hebben niets te verliezen. En het biedt ons de kans om het pad te effenen voor wat nog moet komen en ons in het buitenland te laten opmerken.»
Review Augure: 3/5
Alles wat je echt wilt weten vind je op Metrotime.be