Mogen we zeggen dat je in ‘Second tour’ de democratie voorstelt als een poppenkast, opgezet door de mensen die jouw personage aan de macht hebben gebracht?
Je films zijn vaak een soort puzzel die je als kijker in elkaar moet leggen. Waarom vind je zulke verhalen dankbaar?
«Ik heb telkens gigantisch veel tijd nodig om een script te schrijven. Soms tot anderhalf jaar. En finaal kom ik toch weer uit bij hetzelfde verhaal. Ik sta op het punt om alweer aan een nieuw scenario te beginnen en ik voel nu al dat me vele benauwde uurtjes te wachten staan. Wat ik het liefst doe, is me voorstellen hoe ik het verhaal wil vertellen en de storyboards maken. De film is een fabel, dus ik moet de artistieke werktuigen vinden om hem te vertellen. Contrasterende belichting, camerabewegingen, geluid en muziek, noem maar op. Ik zie het als een speelgoedkoffer die ik moet vullen.»
Je hebt eerder al met Cécile de France geacteerd, maar dit is de eerste keer dat je haar voor de camera hebt. Heeft ze je verrast?
«Ik vind Cécile een geweldige actrice. Ze is grondig, enthousiast, creatief, dynamisch, alles wat je wil. Ze kwam echt om te spelen en zich te amuseren. Ze heeft bijvoorbeeld zelf haar kleren gekozen. Ze had zin om zich aseksueel te voelen, want ze speelt een nieuwsjournaliste die gedegradeerd is tot voetbalverslaggever. Ze heeft zich voorgenomen om ervoor te zorgen dat er in zo’n vol stadion vooral niemand haar zal ambeteren. Cécile ziet er van nature heel goed uit en het is haar gelukt om dat in te tomen. Net als haar personage heeft ze ook een discreet kantje terwijl ze toch duidelijk haar eigen mening heeft. Ze woont in haar eigen hoekje van de wereld, alleen met haar kinderen en haar moestuin. Het is bijna een militante daad om zo te leven in de mediamaatschappij van vandaag.»
Het is niet de eerste keer dat je Belgen regisseert. Heb je een zwak voor onze acteurs?
«Ik heb inderdaad ook al onder meer Virginie Efira en Bouli Lanners gecast, dat klopt. Maar eerlijk gezegd speelde hun nationaliteit geen rol. België kan me op zich weinig schelen. Maar de Belgische manier van denken wel. Dat is iets anders. De Franstalige kant van jullie land maakt met veel plezier deel uit van de Franse cultuur, maar dan zonder arrogantie. Dat voel ik bij Belgische acteurs. Je merkt dat ze op de set arriveren met een goed humeur, jovialiteit en eenvoud. Je hebt ook stalen zenuwen nodig om hier te wonen. Met die grauwe hemel toch de moed erin houden, je moet het maar doen.»
‘Second tour’ kan prat gaan op frisse en geestige dialogen. Waar vind je daarvoor de inspiratie?
«In elk geval niet bij andere films. Vooral het gewone leven doet me lachen. De interpretatie die gewone mensen geven aan het leven is per definitie lachwekkend, want ‘normaal’ is op zich een absurd concept. Dat bestaat niet! Ik gebruik de dialogen ook om wat afstand te nemen en dat idee van normaliteit te kakken te zetten.»
De film steekt op een speelse manier de draak met de voetbalwereld. Je voelt dat je wel van sport houdt maar niet je ogen sluit voor de uitwassen die er aantreft.
«We mogen het onderhand over opium voor het volk hebben, denk ik. Voetbal maakt de mensen stapelzot. Ons bewustzijn is sowieso al niet bijzonder hoog, maar in een voetbalstadion zakt het niveau nog gevoelig. Ik schaamde me echt toen ik Emmanuel Macron zag opdraven in Qatar. Een vertegenwoordiger van Frankrijk die zomaar in een station met airconditioning zit naast een stel moordenaars die hun arbeiders laten creperen, daar valt weinig glorie mee te rapen. En aan het eind neemt hij een speler in zijn armen omdat die een balletje tegen een net heeft getrapt? Wat ik op dat moment zie, is een bankier die een miljonair een knuffel geeft. En dan vraag ik me af of we op het gebied van cultuur niet ergens een uitschuiver hebben gemaakt.»
Review Second tour: 2/5
In zijn nieuwe film speelt de Franse regisseur/acteur Albert Dupontel een presidentskandidaat die aan de vooravond van de tweede verkiezingsronde bestempeld wordt als gedoodverfde winnaar. Volgens Nathalie Pove (rol van Cécile de France), een journaliste die plots moet meedraaien in het mediacircus rond de race om het Élysée, is die man echter net iets te glad, en ze neemt zich voor om hem nog te ontmaskeren als stroman voor het te laat is. Dupontel is altijd de meest rebelse van alle Franse komische cineasten geweest, en ook met ‘Second tour’ haalt hij weer uit naar het consumptiesysteem dat ons in zijn greep heeft. In het verleden maakte hij echter films die meer rock ’n roll waren, zoals ‘Bernie’. Nu heeft hij zich voorgenomen om zijn cinema meer toegankelijk te maken, onder meer door minder met de camera te zwieren en zijn script meer te overladen met flashbacks die alles netjes uitleggen. Met als gevolg dat de film minder scherpe tandjes heeft. Anderzijds zijn de dialogen geschreven met heerlijke finesse, en het klikt geweldig tussen Cécile de France en de acteur die haar cameraman speelt, Nicolas Marié. Het lag duidelijk zijn: ‘Second tour’ is een amusante, vlotte en kleurrijke politieke fabel, al is hij op artistiek vlak weinig geïnspireerd. (si)
Alles wat je wilt weten vind je op Metrotime.be