De afgelopen 24 uur zijn bijna 70 strijders gedood in confrontaties met regeringstroepen en jihadistische groepen in de provincie Idlib, in het noordwesten van Syrië. Dat meldt het Syrische Observatorium van de Mensenrechten (SOHR). Volgens het SOHR kwamen 36 leden van de regeringstroepen om het leven, net als 33 strijders uit het andere kamp. "Het gaat om de meest hevige gevechten in de provincie Idlib sinds het ingaan van het staakt-het-vuren", aldus SOHR-directeur Rami Abdel Rahmane. Syrië en bondgenoot Rusland hadden het bestand aangekondigd.
Zondagochtend stegen rookkolommen op in de regio Maarat al-Noomane, waar vliegtuigen stellingen van jihadisten en rebellen bombardeerden, aldus een correspondent van het Franse persagentschap AFP. "De troepen van het regime voeren een tegenaanval in een sector ten zuidoosten van Idlib, waar rebellengroepen en jihadisten zaterdag de controle over vier dorpen hebben genomen", aldus nog Rami Abdel Rahmane. "Ze zijn erin geslaagd die volledig te heroveren." Wel is er sprake van verdere gevechten.
De provincie wordt gedomineerd door de jihadisten van de groep Hayat Tahrir al-Cham (HTS), de gewezen Syrische tak van Al-Qaïda. De regio ontsnapt nog steeds grotendeels aan de controle van het Syrische regime.
Bron: Belga