Ayatollah Ali Khamenei, de hoogste leider van Iran, heeft gezegd dat "de vijand" werd teruggedreven in het land, na meerdere dagen van protest met dodelijke geweld sinds de regeringsbeslissing om benzineprijzen te verhogen. "We hebben de vijand teruggedreven in het militaire strijdperk. We hebben de vijand teruggedreven in de politieke oorlog", heeft Khamenei gisteravond op televisie verklaard, zonder verder uit te wijden over de zogenaamde vijand.
De onrust zou niet het resultaat van een volksbeweging zijn. "De recente acties waren een veiligheidsprobleem", stelde hij, en waren niet afkomstig van het volk. Het protest startte vrijdagavond enkele uren nadat een prijsverhoging van benzine werd aangekondigd.
Gisteren vreesde de Verenigde Naties dat tientallen mensen gedood werden tijdens de betogingen. Op diezelfde dag zei mensenrechtenorganisatie Amnesty International dat de dodentol tussen de 100 en 200 kon liggen, en veroordeelde ze het gebruik van dodelijk geweld tegen grotendeels vreedzame bijeenkomsten.
De aankondiging tot de prijsverhoging en het rantsoeneren van benzine zou volgens de Iraanse regering een manier zijn om de armste huishoudens voordeel te brengen. Iran kent een ernstige recessie sinds de eenzijdige terugtrekking van de Verenigde Staten uit het internationaal nucleair akkoord in 2018, en de daaropvolgende herinvoering van zware Amerikaanse sancties tegen het land.
Bron: Belga