De Vuelta van volgend jaar wordt de meest internationale editie ooit. De 75e editie, waarin heel wat geklommen moet worden, doorkruist vier landen: Nederland, Spanje, Frankrijk en Portugal. Dinsdag hebben de organisatoren het parcours voorgesteld. Het peloton vertrekt op 14 augustus in het Nederlandse Utrecht. 3.200 kilometer, 21 etappes en drie weken later is de aankomst op 6 september voorzien in Madrid. De renners krijgen een zwaar parcours voorgeschoteld, met de Tourmalet en de Angliru als smaakmakers.
Wie de Sloveen Primoz Roglic wil opvolgen, zal verschillende legendarische cols moeten bedwingen. Er zijn zeven aankomsten bergop voorzien (één minder dan in 2019). In elf etappes vertoeft het peloton in het midden- of hooggebergte.
Voor de tweede opeenvolgende keer begint de Vuelta met een ploegentijdrit. Na drie etappes in Nederland volgt de eerste rustdag. Vervolgens verhuist de hele karavaan naar het Baskenland, waar voor het eerst het gebergte aan bod komt. In de vierde rit ligt de aankomst op de Arrate.
Vlak voor de tweede rustdag op 24 augustus staat een korte (135,6 km) maar intense rit in de Franse Pyreneeën op het programma, waar de favorieten slag zullen leveren. Daarbij wordt de Aubisque aangedaan, de aankomst ligt op de Tourmalet.
In de 14e en 15e etappe staan respectievelijk de Farrapona en de beruchte Angliru op het menu. Die laatste is na een afwezigheid van twee jaar opnieuw van de partij. De laatste rustdag is voorzien op 31 augustus. Daags nadien staat een individuele tijdrit van 33,5 km op het programma, met een hellend parcours en aankomst op de Mirador de Ezaro, met hier en daar een hellingsgraad van meer dan 20 procent.
Vervolgens doet de Vuelta nog Galicië en Portugal aan. De ultieme strijd om de rode trui wordt in theorie gestreden in de 20e en voorlaatste etappe, op de Covatilla.
Bron: Belga