De troepen van het Syrische bewind, die door Rusland ondersteund worden, hebben woensdag in de regio Idlib terrein gewonnen op de jihadisten en de rebellen, zo heeft het Syrische Observatorium voor Mensenrechten gemeld. Het offensief drijft de spanningen met Turkije op. Het bewind van Bashar al-Assad lanceerde in december 2019 een operatie in de provincie Idlib en omstreken, in het noordwesten van het land. Met luchtaanvallen en artillerievuur heroverden de troepen tientallen dorpen en gemeenten, waarbij ze volgens de Verenigde Naties een half miljoen mensen op de vlucht dreven.
De voorbije 24 uur namen de troepen met de steun van de Russische luchtmacht meer dan twintig dorpen en gemeenten in het zuiden van de provincie Idlib in, zegt SOHR (Syrian Observatory for Human Rights). De regeringstroepen staan nu op minder dan een kilometer van de strategische stad Saraqib, die na weken van bombardementen leeggelopen is volgens de ngo. Ze omsingelen bijna de hele stad.
Het Syrische officiële persbureau Sana bevestigde de voortgang van de regeringstroepen.
De troepen gaven hun tegenstanders een "laatste kans" om de wapens neer te leggen, zei een hoge Syrische legerofficier gisterenavond. Ruim de helft van de provincie Idlib en sommige zones in de naburige streken Aleppo, Hama en Latakia zijn in handen van jihadisten van Hayat Tahrir al-Sham, een vroegere tak van al-Qaida. Ook zijn er rebellengroepen aanwezig.
Bron: Belga