Het Expertisecentrum Euthanasie in Nederland heeft vorig jaar 3.122 euthanasieverzoeken gekregen. Dat is 22 procent meer dan in 2018 en ook veel meer dan verwacht, meldt het centrum, dat voorheen Levenseindekliniek heette.
"Dat zijn heel veel patiënten", zegt bestuurder Steven Pleiter. "Elke werkdag weer melden zich dertien mensen die zeggen: 'Help mij. Ik kan niet verder'. De nood is groot." Het centrum verwacht voor dit jaar een verdere stijging tot 3.300 hulpvragen.
De toename heeft deels te maken met een rechtszaak vorig jaar, over een verpleeghuisarts die in 2016 euthanasie verleende aan een ernstig dementerende patiënte. De arts werd aangeklaagd voor moord, maar ontslagen van rechtsvervolging. Het Openbaar Ministerie was het daar niet mee eens en legde de zaak voor aan de Hoge Raad. Die moet nog uitspraak doen, maar heeft al het advies gekregen om euthanasie op dementerenden toe te staan als aan bepaalde eisen is voldaan. De kwestie leidde tot veel onrust onder medici. Volgens het Expertisecentrum Euthanasie zijn artsen daardoor ook huiveriger geworden om euthanasieverzoeken zelf op te pakken.
Van de verzoeken om euthanasie werd vorig jaar ongeveer een derde (898) ingewilligd. In 2018 waren dat er 725, ook ongeveer een derde. Het aantal ingewilligde verzoeken met dementie als motivering is opvallend gestegen, zegt het centrum, van 70 naar 96. Twee keer is euthanasie verleend aan wilsonbekwame patiënten.
Volgens de Regionale Toetsingscommissies Euthanasie zijn alle beoordeelde euthanasieverzoeken (885) zorgvuldig behandeld. Het zijn vooral de complexere hulpvragen die bij het centrum terechtkomen. Huisartsen kunnen vragen om begeleiding als ze twijfelen aan hun bekwaamheid, te weinig ervaring hebben of omdat de problematiek van de patiënt heel ingewikkeld is.
Door de stijgende hulpvraag kampt het Expertisecentrum Euthanasie met een groeiend tekort aan mankracht, zowel artsen als administratief personeel. Vooral het tekort aan psychiaters wordt "verontrustend" genoemd en leidt tot een relatief lange wachttijd bij euthanasietrajecten met psychiatrische problemen als basis.
Bron: Belga