Tijdens een eerste stemming in het parlement heeft de Spaanse premier Pedro Sánchez zoals verwacht niet het vertrouwen gekregen. Terwijl een absolute meerderheid van 176 stemmen nodig was, kreeg de socialist maar 166 stemmen voor. 165 parlementsleden stemden tegen, 18 onthielden zich en 1 was niet aanwezig wegens ziekte. De stemming in het parlement volgt na de parlementsverkiezingen van 10 november. De sociaaldemocratische PSOE van Sánchez had die verkiezingen gewonnen, maar was er niet in geslaagd een meerderheid te behalen. De partij is een coalitie aangegaan met het linkse Unidas Podemos, maar die samenwerking volstaat niet voor een meerderheid.
Sánchez maakte daarom ook afspraken met de grootste Catalaanse onafhankelijkheidspartij ERC en enkele andere kleine partijen, die zich onthouden bij de vertrouwensstemmingen. Daarom zal Sánchez bij de tweede stemming op dinsdag naar alle verwachting wel het vertrouwen krijgen van het parlement. Dan zal namelijk een gewone meerderheid volstaan.
Dat Sánchez het op een akkoordje heeft gegooid met de separatisten levert hem heel wat kritiek op van de conservatieve oppositie.
Sánchez was in juni 2018 premier geworden nadat hij een motie van wantrouwen had ingediend tegen zijn voorganger, de conservatief Mariano Rajoy. Sánchez had toen ook al een minderheidsregering gevormd, maar die kwam ten val nadat de Catalaanse separatisten bij een stemming over de begroting hun steun hadden ingetrokken. De verkiezingen in april hadden niet tot de vorming van een nieuwe regering geleid, waardoor de stembusgang in november moest worden overgedaan.
Bron: Belga