De Koerdische autoriteiten in Syrië beschuldigen Turkije ervan onconventionele wapens te gebruiken, zoals witte fosfor of napalm, in zijn offensief in het noorden van Syrië. Sinds het begin van het offensief op 9 oktober hebben de Turkse troepen en hun Syrische bondgenoten een strook van in totaal 120 kilometer veroverd in het noordoosten van de Syrië, aan de Turkse grens. De strijders concentreren zich nu in de stad Ras al-Ain.
"In een flagrante schending van het internationaal recht en de internationale verdragen, wordt de Turkse agressie uitgevoerd met alle soorten wapens", aldus de semi-autonome Koerdische administratie donderdag in een persbericht. "Door de duidelijke mislukking van zijn plan, grijpt de Turkse president Recep Tayyip Erdogan naar wapens die internationaal verboden zijn, zoals fosfor of napalm."
Het in Groot-Brittannië gevestigde Syrisch Observatorium voor de Mensenrechten kon het gebruik van dergelijke wapens niet bevestigen. De ngo heeft wel verklaard dat gewonden met brandwonden naar een ziekenhuis in de buurt van de stad werden gebracht. En ook de Koerdische autoriteiten hebben beelden verspreid van slachtoffers met brandwonden.
"We roepen de internationale organisaties op om teams te sturen om de verwondingen te onderzoeken", aldus een woordvoerder van de Syrische Democratische Strijdkrachten, die door de Koerden worden gedomineerd.
De term "napalm" wordt al sinds het begin van het Syrische conflict in 2011 gebruikt om brandbommen te beschrijven met producten die lijken op napalm. Witte fosfor kan dan weer gebruikt worden om een rookgordijn te creëren, maar ook om dodelijke brandbommen te maken. Dat gebruik is verboden volgens de internationale wetgeving.
Bron: Belga