Meer dan 45.000 mensen hebben het belegerde Oost-Ghouta in Syrië in de voorbije dagen verlaten en nog tienduizenden anderen willen vertrekken. Dat heeft een woordvoerder van de Verenigde Naties vandaag gezegd. Unicef, de kinderrechtenorganisatie van de VN, heeft de opvangcapaciteit opgetrokken van 50.000 naar 200.000. Het Hoge Commissariaat voor de Vluchtelingen roept dan weer op tot vrije toegang tot het gebied, waar veel mensen geen dak meer boven het hoofd hebben en zonder eten zitten. "De noden zijn enorm en nemen elk uur toe", aldus een woordvoerder.
In de regio van Afrin, dat nu gecontroleerd wordt door Turkse troepen, zijn ook 100.000 mensen ontheemd. Nog eens zoveel mensen zitten vast in de regio. De helft van hen zijn kinderen, stelt Unicef. Er werden op twee dagen tijd 100.000 hulppakketten uitgedeeld.
Volgens activisten zijn in het rebellengebied Oost-Ghouta zestien kinderen omgekomen tijdens een luchtaanval op een school. Er zouden ook vier vrouwen om het leven gekomen zijn.
Bron: Belga