Bij de verkiezingen van 8 juni moest May (foto) een serieus verlies slikken. Ze had de stembusgang uitgeschreven omdat ze dacht dat die haar een grotere meerderheid in het Lagerhuis zouden opleveren. Haar partij behaalde echter slechts 317 van de 650 zetels en verloor daarmee de absolute meerderheid. May moest dus op zoek naar de steun van een andere partij. Dat is de DUP geworden, die over tien zetels beschikt.
Geld
De afgelopen weken lieten beide partijen al verstaan dat de DUP niet zou toetreden tot de regering. De samenwerking ligt voor sommigen binnen de Conservatieve partij moeilijk, omdat de ultraconservatieve Noord-Ierse partij tegen abortus en het homohuwelijk is. De Noord-Ieren wisten bij de onderhandelen heel wat geld uit de brand te slepen. Het regeerakkoord voorziet in een miljard pond extra (1,1 miljard euro) de komende twee jaar voor Noord-Ierland, zei DUP-partijleidster Arlene Foster. Dat geld moet dienen voor «het stimuleren van de economie en investeringen in nieuwe infrastructuur», verklaarde Foster na de ondertekening. «Het akkoord geldt voor de hele legislatuur en zal een stabiele regering toelaten», voegde ze toe.
Geval per geval
May heeft in een mededeling het akkoord verwelkomd. «Het gaat ons de zekerheid geven die we nodig hebben terwijl we onze uitstap uit de Europese Unie opstarten», klonk het. De DUP gaat de regering steunen bij de wetsontwerpen over de brexit, de begroting, de economie en de nationale veiligheid. Het zal ook vertrouwensmoties steunen, maar voor het overige stelt het akkoord dat geval per geval zal bekeken worden of samenwerking mogelijk is. De vertrouwensstemming over het regeringsprogramma vindt overmorgen plaats in het parlement.