Van 24 februari, toen Moskou de grote invasie begon, tot 26 december zijn 17.831 burgerslachtoffers gevallen in Oekraïne: 6.884 doden en 10.947 gewonden. Onder de doden zijn ook 429 kinderen, aldus het Hoog Commissariaat voor de Mensenrechten (OHCHR) van de VN. Volgens het OHCHR ligt de huidige tol «gevoelig hoger» maar is het moeilijk om betrouwbare gegevens te verkrijgen uit de gebieden aan de frontlinie.
«De meeste geregistreerde burgerslachtoffers zijn veroorzaakt door het gebruik van explosieve wapens met effecten op een groot gebied», zoals artillerie, raketsystemen en luchtaanvallen, aldus het commissariaat. Het Donetsbekken, met de regio’s Donetsk en Loehansk, is het zwaarst getroffen.
Energie- en waterinfrastructuur beschadigd
De Russische troepen hebben bewoonde gebieden beschoten en gebombardeerd, burgers gedood en ziekenhuizen, scholen en andere burgerinfrastructuur verwoest. De afgelopen maanden namen de Russen ook energie- en waterinfrastructuur in het vizier.
Volgens Kiev zijn meer dan 700 voorwerpen van kritieke infrastructuur verwoest sinds de Russische aanvalsoorlog begon. «We spreken over gaspijpleidingen, onderstations, bruggen en andere», aldus de Oekraïense viceminister van Binnenlandse Zaken, Jevgeni Jenin, op de Oekraïense tv. In totaal zijn meer dan 35.000 voorwerpen beschadigd door Russische troepen.
Luchtaanvallen
Het Oekraïense elektriciteitsnetwerk is zwaar beschadigd door de aanhoudende bombardementen. Mensen zijn soms urenlang verstoken van elektriciteit, water en verwarming tijdens donkere en koude winterdagen.
Dinsdagnacht en gisterenochtend waren er opnieuw luchtaanvallen in verschillende Oekraïense regio’s. Zo waren er berichten van raketaanvallen op de industriestad Charkiv. De stad Cherson, onlangs heroverd door Oekraïne, zou volgens het Oekraïense leger door 33 raketten en artillerievuur zijn getroffen.