Ondanks een vervijfvoudiging van het aandeel elektrische bedrijfswagens op vijf jaar tijd, zijn ze nog altijd maar goed voor slechts 0,6 procent van alle bedrijfswagens die vandaag op de Belgische wegen rondrijden. Dat blijkt uit een analyse van hr-dienstenbedrijf Acerta op basis van de gegevens van werknemers in dienst bij meer dan 45.000 werkgevers. Vooral bedrijfsleiders (3 procent) rijden vaker met een elektrische bedrijfswagen rond. In 2014 was een bedrijfswagen in 96 procent van de gevallen een dieselwagen. Ondertussen, in 2019, is de diesel-bedrijfswagen er met 17 procent op achteruitgegaan en is zijn aandeel gezakt tot net geen 80 procent. Dat was vooral ten voordele van de benzinewagens: waar die 5 jaar geleden nog maar 3,5 procent van de bedrijfswagens vertegenwoordigden, is vandaag 19 procent van de bedrijfswagens een benzine-versie.
"Bedrijfswagens zijn meestal middelgroot en die categorie van elektrische auto's zit nog altijd in het dure segment", zegt Kathelijne Verboomen van Acerta. "Daarom zijn ze niet voor iedereen een optie. De doorbraak van de elektrische bedrijfswagen zal er pas komen als het aangekondigde middensegment effectief op de markt is."
Ook de omkadering van de elektrische bedrijfswagen is nog niet rond, stelt Acerta vast. Maar de nieuwe fiscaliteit voor bedrijfswagens voor 2020 koppelt alvast de aftrekbaarheid van de bedrijfswagenkost (auto en brandstof) aan de CO2-uitstoot. "Voor een zeer vervuilende bedrijfswagen kan de aftrekbaarheid zakken tot 40 procent. De fiscale stimulans voor elektrisch rijden neemt dus nog toe", aldus Verboomen.
Bron: Belga