Marta Emilia Altamirano, Patty voor de vrienden, trok in 1981 samen met haar zus Corina en een vriend, Sergio Bossini, naar het Andesgebergte voor een trektocht. Op een hoogte van 5.000 meter zetten ze hun kamp op. Patty besloot om de omgeving te verkennen, maar gleed uit en viel honderden meters diep langs een ijzige helling.
Zoekteams
Corina en Sergio troffen het levenloze lichaam van Patty de volgende ochtend aan, nadat ze naar haar op zoek waren gegaan. Maar het weer zat niet mee en ook het moeilijke terrein zorgde ervoor dat de twee het lichaam van Patty niet konden meenemen. Ze besloten om terug naar de bewoonde wereld te keren en daar om hulp te vragen.
Maar tegen de tijd dat er een zoekteam was samengesteld, lag Patty’s lichaam bedolven onder sneeuw en ijs. Patty werd niet teruggevonden. Ook nog drie andere missies om Patty terug naar huis te brengen, faalden.
DNA-test
Tot nu. Op 28 januari werd een lichaam aangetroffen dat vastzat aan een gletsjer op de hoogste top van de Cordillera de La Ramada bergketen. In eerste instantie kon alleen maar vastgesteld worden dat het om een vrouw ging tussen de 18 en 30 jaar oud. De vier broers en zussen van Patty konden haar uiteindelijk identificeren aan de hand van haar kledij en spullen die ze bij had. Enkele dagen later bevestigde een DNA-test hun vermoeden. Het gemummificeerde lichaam was dat van Patty.
«Het is een fantastisch gevoel om dit eindelijk met zekerheid te weten», zegt Corina. «We voelen eindelijk vrede.» Patty zal nu gecremeerd worden en uitgestrooid worden op de berg waarop ze stierf. «Dat was haar wens», aldus de familie.