The Responsible Campers Association Inc benadrukt in The Guardian dat het an sich geen probleem heeft met openbaar kakken, maar wel met «de zichtbare effecten» ervan. De vereniging ijvert voor wildkamperen, zodat iedereen gratis kan kamperen in de Nieuw-Zeelandse natuur. Kamperen is tenslotte niet het probleem, maar bepaalde mensen die (stinkend, vervuilend en weinig esthetisch) afval achterlaten.
Milieu
Toch blijft afval een probleem. De minister van Toerisme Stuart Nash getuigde in 2020 nog op de lokale openbare omroep over «wildkampeerders die hun wagen langs de kant van de weg zetten en kakken in onze rivieren.»
In Nieuw-Zeeland is het effectief verboden – op straffe van 200 dollar – om een kleine en grote boodschap te doen in de openbare ruimte, maar als je denkt dat je niet gezien wordt, kan het wel. Maar de laatste jaren baart die wetgeving toch zorgen op milieuvlak.
Een graf voor een drol
Om de natuur te sparen, roept the Responsible Campers Association Inc nu op om meer strikte wetten uit te schrijven: kakken mag, maar enkel op 50 meter van stromend water en als je jouw uitwerpselen minstens 15 cm diep begraaft. Dat zou de schade op korte termijn beperken, maar op lange termijn moeten er volgens de organisatie meer openbare toiletten geplaatst worden.
Een verbod op wildkamperen staat voorlopig nog niet in de steigers. De filosofie blijft dat vooral individuele excessen aangepakt moeten worden, en niet het wildkamperen. Toch zal de wetgeving fors verstrengd worden, met zwaardere boetes en meer restricties op waar geparkeerd kan worden.