Zaak Schild & Vrienden onbepaald uitgesteld omdat Van Langenhove rechtbankvoorzitter weg wil

Zaak Schild & Vrienden onbepaald uitgesteld omdat Van Langenhove rechtbankvoorzitter weg wil
Foto Belga

Volgens Hans Rieder, de advocaat van Van Langenhove, zou rechtbankvoorzitter Jan Van den Berghe de zaak rond Schild & Vrienden naar zich toe getrokken hebben door bewust niet te zetelen in de raadkamer, zodat hij de zaak ten gronde voor de correctionele rechtbank kan beoordelen. Van den Berghe stelde dinsdagmorgen «een zittingsincident» vast en moest de zaak onbepaald uitstellen.

Voorleggen aan voorzitter

Het gaat om een verdelingsincident, zegt persrechter Laurence De Rudder. «Dit betreft een incident met betrekking tot de verdeling van de zaak onder de kamers van eenzelfde rechtbank. Het bijzonder reglement van de rechtbank bepaalt het aantal kamers en hun bevoegdheid. In het geval van een verdelingsincident bepaalt artikel 88 van het Gerechtelijk Wetboek dat het dossier moet worden voorgelegd aan de voorzitter van de rechtbank, die oordeelt of de zaak anders moet worden toegewezen en het openbaar ministerie wordt tezelfdertijd hiervan op de hoogte gebracht.»

Uitspraak binnen acht dagen

De voorzitter doet binnen acht dagen volgend op de zitting uitspraak. «Hij kan de zaak onmiddellijk toekennen aan een afdeling, sectie, kamer of rechter en een datum vaststellen voor verdere behandeling. Tegen deze beschikking vanwege de voorzitter staat geen rechtsmiddel open, buiten de mogelijkheid voor de procureur-generaal bij het hof van beroep om de zaak voor het Hof van Cassatie te brengen», stelt de persrechter.

Het parket Oost-Vlaanderen was een strafonderzoek gestart naar aanleiding van een «Pano»-reportage op 5 september 2018. Die toonde aan dat in geheime chatgroepen van Schild & Vrienden racistische en antisemitische berichten gedeeld werden. In juni 2019 werd Dries Van Langenhove officieel in verdenking gesteld. De Schild & Vrienden-oprichter werd vrijgelaten onder voorwaarden en moest onder meer een geleid bezoek volgen aan de Kazerne Dossin in Mechelen.

Racismewetgeving

De plenaire vergadering van de Kamer had in maart 2021 zijn parlementaire onschendbaarheid opgeheven. Van Langenhove werd door de raadkamer buiten vervolging gesteld voor negationisme, maar hij werd verwezen naar de correctionele rechtbank voor inbreuken op de racismewetgeving en op de wapenwetgeving. Tegen de buitenvervolgingstelling voor negationisme werd beroep aangetekend door twee burgerlijke partijen, en de kamer van inbeschuldigingstelling (KI) oordeelde dat hij zich toch voor negationisme moet verantwoorden. Van Langenhove nam intussen ontslag uit de Kamer. Voor vijf verdachten sprak de raadkamer de opschorting uit.

Uiteindelijk moesten Van Langenhove en zes andere verdachten zich dus voor de strafrechter verantwoorden. Van Langenhove en medeverdachten waren persoonlijk aanwezig, zoals gevraagd door rechtbankvoorzitter Van den Berghe, met de bedoeling de zaak te behandelen en hen te kunnen ondervragen. De procedurezet van advocaat Rieder maakte dat echter niet mogelijk. «We moeten de zaak voorleggen aan de voorzitter en de zaak onbepaald uitstellen», stelde Van den Berghe.