Het proces tegen de achttien Reuzegommers in Hasselt werd in april vorig jaar stil gelegd. De voorzitster had toen opgemerkt dat ze niet over het hele doopritueel kon oordelen, maar dat ze enkel gevat was voor de tenlasteleggingen die sloegen op de feiten van 5 december 2018, de laatste fase van de meerdaagse doop. De advocaten van de familie van Sanda Dia en het openbaar ministerie waren het daar niet mee eens en tekenden beroep aan.
Zij vinden dat het hof van beroep de zaak moet evoceren. Dat zou betekenen dat het dossier meteen in graad van beroep wordt behandeld en dat de beklaagden dus een aanleg verliezen. Alvorens daar een oordeel over te vellen, wilde het hof van de ganse zaak kennis nemen en daarom werd het dossier in maart helemaal opnieuw behandeld in Antwerpen.
De feiten zijn intussen genoegzaam gekend. Het doopritueel van Sanda Dia en twee andere schachten was op 4 december 2018 gestart in Leuven met de rozenverkoop en een cantus. De alcohol vloeide er rijkelijk en de schachten belandden stomdronken op de grond, waarna er volgens de ‘traditie’ op hen geplast werd.
De doop kende de volgende dag een dramatische afloop aan een blokhut in Vorselaar. De drie schachten brachten urenlang in een zelf gegraven put door, waar ze emmers ijskoud water over zich heen kregen. Ze moesten opdrachten uitvoeren, zoals vieze papjes eten, een aal de kop afbijten en een levende goudvis eerst inslikken en vervolgens vissaus drinken tot hij weer werd uitgebraakt. Bij Sanda Dia lukte dat niet, waardoor hij een grote hoeveelheid van het zoute goedje binnen kreeg. De jongeman werd onwel en belandde in het ziekenhuis, waar hij op 7 december 2018 overleed aan een hersenoedeem, veroorzaakt door een overdosis zout van de vissaus.
Celstraffen geëist
De achttien Reuzegommers staan terecht voor het toedienen van schadelijke stoffen, mensonterende behandeling, onopzettelijke doding, schuldig verzuim en inbreuken op de dierenwelzijnswet. Het openbaar ministerie vorderde 50 maanden cel voor schachtentemmer A.G., alias Janker, 10 maanden minder dan er in Hasselt werd geëist. Ook praeses J.J., alias Zaadje, hoorde 10 maanden minder tegen zich vorderen: geen 50, maar 40 maanden cel. Voor de andere beklaagden werden celstraffen van 18, 24 en 30 maanden geëist. Ze riskeren ook allemaal boetes tot 8.000 euro en een ontzetting uit de rechten voor vijf jaar.
Alle beklaagden vroegen de vrijspraak voor het toedienen van schadelijke stoffen, met name de vissaus die Sanda Dia uiteindelijk fataal was geworden. De advocaten van de Reuzegommers voerden aan dat zij niet wisten dat grote hoeveelheden van dat goedje schadelijk konden zijn. Een aantal van hen pleitten wel schuldig aan onopzettelijke doding en onmenselijke behandeling, de anderen vroegen de vrijspraak over de ganse lijn.