«We moeten af van het foute beeld dat obesitas iets is waar kinderen en jongeren, die de volwassenen van morgen zijn, zelf schuld aan hebben. Obesitas is een chronische ziekte, die net als alle andere chronische ziektes de beste en vooral de juiste en betaalbare zorg verdient. En dat zo vroeg mogelijk», zegt Vandenbroucke.
De hervorming van het zorgpad zet de jongere centraal en focust daarbij op drie zaken: obesitas op wetenschappelijke basis zo vroeg mogelijk detecteren, kinderen en jongeren met obesitas en hun familie zo snel mogelijk adequaat helpen en oriënteren, en de nodige zorg verlenen met de juiste behandeling.
Opvolging door zorgteam
Een onderdeel van het zorgtraject is onder meer dat het kind opgevolgd zal worden door een zorgteam. Binnen dat zorgteam wordt een zorgcoördinator aangesteld, het kan bijvoorbeeld gaan om een huisarts of een eerstelijnspsycholoog. Die moet helpen bij het opstellen, naleven en evalueren van een zorgplan, samen met het kind en zijn gezin of thuis.
Daarnaast kan in sommige situaties ook een rol weggelegd zijn voor een casemanager. Dat is een vertrouwenspersoon die heel dicht bij het gezin staat, bijvoorbeeld buurt- of welzijnswerker of een sociaal assistent. De casemanager ondersteunt en vangt de nodige signalen op en vertaalt die wanneer het bijvoorbeeld op een bepaald moment moeilijker loopt.
Het nieuwe traject wordt tegen midden 2023 uitgewerkt door een werkgroep van het Riziv.
Zorg voor volwassenen
De Obesitaskliniek UZ Leuven pleit er ook voor dat de volwassen obesitaszorg een duidelijk traject krijgt en onderstreept daarbij de rol van de huisarts als spilfiguur, die kan doorverwijzen naar een obesitascentrum voor de meer complexe obesitaszorg. «De stapsgewijze aanpak waarin de huisarts een cruciale rol speelt en samenwerkt met andere gezondheidswerkers is de enige manier om het tij te keren. Zo’n stappenplan zou vanuit de overheid ingevoerd moeten worden, zodat elke persoon in ons land recht heeft op een efficiënte aanpak. Daarnaast is een terugbetaling voor behandeling en opvolging van obesitas dringend nodig», benadrukt obesitasspecialist prof. dr. Bart Van der Schueren.