Door de snelle vergrijzing - er zijn nu 220.000 85-plussers, over tien jaar zijn er dat bijna 300.000 en tegen 2040 350.000 - zijn er extra maatregelen nodig. De rusthuisbedden zouden volgens de koepelorganisatie niet meer gebruikt kunnen worden door ouderen die nog zelfstandig genoeg zijn.
Zorgnet-Icuro wil de minst zorgbehoevende bejaarden, de zogenaamde O- en A-profielen, geleidelijk uit de woonzorgcentra weren. Zij maken vandaag nog 15% van de rusthuisbewoners uit. «Deze mensen kunnen via andere vormen van ouderenzorg opgevangen worden, zoals thuis- en gezinszorg», zegt Cloet.
«De afgelopen decennia zagen we een duidelijke evolutie van het gemiddeld zorgprofiel van wie in een woonzorgcentrum verblijft», verduidelijkt Zorgnet-Icuro maandagmorgen in een persbericht. «De sterker uitgebouwde thuiszorg én de wens van ouderen om zo lang mogelijk in hun vertrouwde omgeving te blijven, maken dat de meeste mensen pas naar een woonzorgcentrum verhuizen als ze complexe zorg nodig hebben, die niet langer door de thuiszorg en de mantelzorg kan gebeuren.»
Blik op 2025
Voorts roept de zorgkoepel de Vlaamse regering op om nog deze legislatuur belissingen te nemen over het aantal nieuwe woongelegenheden in de woonzorgcentra. «Of en hoeveel nieuwe woongelegenheden er na 2025 kunnen bijkomen, heeft de overheid nog niet beslist», maar nieuwe woonzorgprojecten realiseren vraagt jaren tijd, zo wordt benadrukt. «Zorgaanbieders kunnen door de onduidelijkheid geen plannen maken voor na 2025. Gezien de vergrijzing op turbosnelheid draait, dreigen we zo na 2025 in een verhaal van onvoldoende capaciteit en groeiende wachtlijsten terecht te komen.»
In een reactie erkent Vlaams minister van Welzijn Hilde Crevits (CD&V) dat er grote uitdagingen zijn in de ouderenzorg. Ze benadrukt wel dat er al heel wat stappen gezet zijn en dat er volop gewerkt wordt aan een toekomstplan voor de ouderenzorg. Ze wil daar nog deze legislatuur mee naar de regering gaan. «We willen mensen zo lang mogelijk laten wonen in hun thuisomgeving, daar zetten we al langer op in. Maar gespecialiseerde zorg zal nodig blijven. Het gaat dan niet enkel over extra gebouwen en plaatsen, maar ook over de kwaliteit die we willen bieden»; besluit de minister.