De bevraging werd in 2022 uitgevoerd. Ongeveer 9 op de 10 respondenten geven aan zich tevreden te voelen met hun leven, terwijl iets meer dan 8 op de 10 aangeven een goede tot uitstekende fysieke conditie te hebben.
Mentaal welzijn
Maar het rapport bevestigt ook eerdere signalen uit de hulpverlening en uit internationaal onderzoek. In de nasleep van de coronapandemie rapporteren jongeren beduidend vaker mentale en fysieke klachten. Zo voelt 29,4 procent zich meermaals per week humeurig (21,4 pct in 2018), 31,0 procent zenuwachtig (21,6 pct in 2018) en 19,7 procent ongelukkig (14,1 pct). Meerdere keren per week moeilijk kunnen inslapen wordt dan weer door 32,0 procent gemeld (26,6 pct in 2018).
Vooral het stijgend percentage jongeren dat kampt met zenuwachtigheid valt op. Het aandeel jongeren met zelfmoordgedachten steeg van 17,6 procent in 2018 naar 22,3 procent in 2022, en het percentage jongeren dat aangaf geprobeerd te hebben zichzelf te beschadigen, steeg van 14,5 procent naar 18,8 procent.
Meisjes vs jongens
Voor al die categorieën rapporteren meisjes beduidend vaker deze klachten dan jongens. Zo zegt 40 procent van de meisjes zich zenuwachtig te voelen, tegenover 20 procent van de jongens. Het verschil tussen jongens en meisjes blijkt ook uit de vraag naar het zich in de voorbije 12 maanden eenzaam gevoeld te hebben. Ongeveer 16 procent van de jongeren gaf dat aan, met 21,6 procent van de meisjes en 10,0 procent van de jongens. Maar zowel bij de jongens als de meisjes kijken meer dan 9 op de 10 hoopvol naar de toekomst.
Fysieke klachten
Op het vlak van fysiek welbevinden stelt de studie dezelfde tendensen vast. 82,7 procent van de jongeren geeft aan een goede tot uitstekende gezondheid te hebben, een stabilisering ten opzichte van 2018 (82,6 procent). Echter, verschillende fysieke klachten evolueerden in negatieve zin ten opzichte van 2018: 19 procent voelde meermaals per week hoofdpijn (12,2 pct in 2018), 12,7 procent buikpijn (7,8 pct in 2018), 17,4 procent rugpijn (12,4 pct in 2018) en 15,0 procent duizeligheid (8,5 pct in 2018). In lijn met de resultaten van mentaal en sociaal welzijn, scoorden de jongens in vergelijking met de meisjes ook hier beter.
Zowel wat betreft het mentaal en sociaal welzijn en het fysieke welzijn scoort de jongste leeftijdsgroep beter dan de oudste adolescenten. Er tekent zich ook een kloof af naargelang de onderwijsvorm.
Veerkracht versterken
«Gelukkig blijft het overgrote deel van de jongeren zijn globale toestand als gezond beoordelen», zegt minister Crevits. «De COVID-pandemie laat evenwel een duidelijke impact na op het mentale en fysieke welbevinden van onze jongeren en het meeste bij de meisjes. We hebben al heel wat initiatieven lopen om de veerkracht van jongeren te versterken. (...) Fysiek en mentaal welbevinden zijn met elkaar verbonden. Gezonde voeding en lichaamsbeweging bevorderen, helpt dus ook de mentale gezondheid. Zo’n brede internationale tendens kan je natuurlijk niet op korte termijn keren, maar vraagt aandacht vanuit de hele maatschappij.»
De resultaten over mentaal, sociaal en fysiek welbevinden zijn de eerste van de studie ‘Jongeren en Gezondheid’. Nog voor de zomer volgen er resultaten over seksuele gezondheid, over voeding en beweging, en over tabak, alcohol en drugs. De studie kadert binnen de internationale ‘Health Behaviour in School-aged Children’-studie (HBSC) en werd uitgevoerd met steun van het Agentschap Zorg en Gezondheid door onderzoekers van Universiteit Gent.