In 2022 spoelden 45 bruinvissen aan op onze stranden, het laagste aantal sinds 2004. Vier van de dieren leefden nog, maar ze stierven uiteindelijk allemaal op het strand of bij pogingen om hen te redden. Een van de bruinvissen was drachtig.
Opvallend is dat de helft van de strandingen plaatsvond tussen juli en september, waarbij het vaak om jonge en verhongerde dieren ging. In de voorgaande jaren strandden bruinvissen vooral in maart en april en was bijvangst in de visserij de voornaamste doodsoorzaak.
Dat er relatief weinig bruinvissen aanspoelden, betekent niet dat er weinig aantallen in de zee aanwezig waren. Uit luchtsurveys boven het Belgisch deel van de Noordzee blijkt dat er in maart meer dan 11.000 aanwezig waren en in oktober meer dan 2.000. Dat is het derde hoogste aantal dat sinds het begin van de surveys in 2009 geregistreerd is.
Minder dode zeehonden aangespoeld
Er spoelden ook minder dode zeehonden aan dan een jaar eerder, 54 in 2022 tegenover 101 in 2021. Een groot aandeel daarvan bleek slachtoffer te zijn van visserij. Minstens veertien onder hen stierven in visnetten. En zeker één dier werd gedood door een andere zeehond. «Het lijkt het onwaarschijnlijk dat die visserij in 2021 op een andere manier of in een ander gebied werd beoefend in vergelijking met de voorgaande jaren en 2022, mogelijk kan de piek van 2021 dus mee worden verklaard door andere meteorologische omstandigheden in het voorjaar of een afwijkend verplaatsingspatroon van grijze zeehonden», klinkt het in het rapport.
Positief nieuws is dat er vorig jaar op de rechteroever van de IJzermonding in Nieuwpoort waarschijnlijk een gewone zeehond is geboren. Dat is een primeur in ons land. Het KBIN vond namelijk geen andere data terug over geboortes van zeehonden in België in de 20ste of 21ste eeuw.
Bultruggen en tuimelaar
Tot slot werden er in de Belgische wateren opnieuw enkele zeldzame soorten gespot. Het ging onder meer om twee bultruggen, twee waarnemingen van groepen witsnuitdolfijnen en een tuimelaar, die solitair leeft maar wel sociaal is naar de mens toe. Er spoelden ook een dode tuimelaar, die vermoedelijk stierf na een aanvaring, en een gewone spitssnuitdolfijn aan. Die laatste is een zeer zeldzame soort die gewoonlijk voorkomt in de zuidelijke Noordzee. Het dier kon terug in zee gebracht worden.
Aan het rapport ‘Zeezoogdieren in België in 2022’ werkten het Departement Veterinaire Pathologie van de Universiteit Luik, de Faculteit Diergeneeskunde van de Universiteit Gent, Sealife Blankenberge en het North Seal Team mee.