De meeste jaren ging het inkomen naar omhoog, maar tussen 2020 en 2021 was er wel een lichte daling, volgens Statistiek Vlaanderen waarschijnlijk als gevolg van de coronacrisis.
Als enkel gekeken wordt naar het netto beroepsinkomen van de werkende bevolking (gemiddeld 2.388 euro per maand) dan bedroeg de stijging sinds 2006, in prijzen gecorrigeerd voor inflatie, slechts 6 procent of ongeveer 0,4 procent per jaar.
Werkende vrouwen gaan erop vooruit
Opvallend meer mensen bevinden zich nu in de hogere inkomensgroepen, aldus Statistiek Vlaanderen. Zo had bijna 21 procent van de Vlaamse bevolking een netto equivalent huishoudinkomen van meer dan 3.000 euro. In 2006 was dat minder dan 15 procent, in reële prijzen. Toen had ook bijna de helft een huishoudinkomen dat lager lag dan 2.000 euro per maand, tegen 36 procent in 2021. Vooral de groep werkende vrouwen zag het inkomen stijgen, zo blijkt nog.
Minder rijke ouderen
Globaal genomen liggen de huishoudinkomens het hoogst bij de 50- tot 64-jarigen (gemiddeld 2.690 euro), en het laagst bij de 65-plussers (1.909 euro). Opmerkelijk: hun inkomen lag in de hele periode tussen 2006 en 2021 veel lager dan bij de jongere bevolkingsgroepen.
Ook gezinnen met personen geboren buiten de Europese Unie hebben globaal genomen een lager huishoudinkomen (gemiddeld 1.856 euro per maand) tegenover personen geboren in België (gemiddeld 2.453 euro).
Minder verrassend is dat hooggeschoolden een veel hoger huishoudinkomen (gemiddeld 2.846 euro) hebben dan midden- of laaggeschoolden (1.856 euro). Die laatste categorie zag zijn inkomen sinds 2006 wel het hardste (+11 procent) stijgen.
Rijker dan noorderburen
Uitgedrukt in koopkrachtstandaard (om vergelijkingen mogelijk te maken op basis van gehanteerde prijzen, red.) liggen de gemiddelde inkomens in Vlaanderen hoger dan in Wallonië en in Brussel, maar ook dan in Nederland en Denemarken. Luxemburg, Duitsland en Oostenrijk doen het dan weer beter dan Vlaanderen.