«We hadden beter moeten nadenken over de risico’s die de doop inhield.» Dat heeft J.J. (25), de toenmalige praeses van studentenclub Reuzegom en een van de beklaagden in het proces over de dood van Sanda Dia, gezegd in de rechtbank van Hasselt.
«We hadden er rationeler moeten naar kijken, maar de doop was heilig voor ons. Gezien de uitkomst, is dat natuurlijk belachelijk», zei J, alias ’Zaadje’. «We waren blind geworden voor de risico’s die de doop met zich meebrengt. De koude, de kater en het gebrek aan tijdsbesef zorgden ervoor dat het mentaal en fysiek zeer zwaar was, maar we hadden nooit gedacht dat het zo’n desastreuze gevolgen kon hebben.»
Visolie
Een opdracht waarbij de schachten een visje moesten inslikken en vervolgens vissaus drinken, liep fout af. De grote concentratie zout in die saus werd Sanda Dia fataal. De toenmalige praeses dacht destijds naar eigen zeggen dat de student onderkoeld was geraakt. Volgens J. meenden de Reuzegommers Sanda te helpen door hem bij het kampvuur te leggen. Uiteindelijk brak volgens de jongeman paniek uit en werd beslist Dia naar het ziekenhuis te brengen. «A. (een andere Reuzegommer, red.) en ik dachten dat het opgelost was: hij was in het ziekenhuis en ze zouden hem daar kunnen helpen.»
J. had naar eigen zeggen ook niet de beslissingsmacht om de doop stil te leggen: «Ik denk dat mijn macht sowieso beperkt was. Het was bijna een onmogelijke opdracht om de rest te overtuigen om de doop op een andere manier te laten verlopen of om te stoppen op een moment dat anderen vonden dat de signalen er nog niet waren», aldus J.
J., die nu in Gent studeert na zijn schorsing aan de KU Leuven, heeft het naar eigen zeggen moeilijk met wat er gebeurd is. «Ik probeer me erdoor te loodsen», zo zei hij. «Als de doop niet had plaatsgevonden, was Sanda hier nog altijd geweest.» Niemand heeft dit gewild, klonk het op het einde van de ondervraging voor de rechtbankvoorzitter.
Brief aan ouders nooit verstuurd
Verder kwam aan het licht dat er na de doop bij studentenclub Reuzegom het idee is geweest om een brief te sturen naar de ouders van Dia. Gevraagd door het openbaar ministerie waarom die nooit verstuurd is, antwoordde de toenmalige praeses dat er geen samenhorigheid was onder de leden. «Ik heb een eerste versie met mijn ouders opgesteld maar er was onder de leden onenigheid over de inhoud van de brief. Ik vind het zeer spijtig dat de brief uiteindelijk nooit verstuurd is.»
«Ik had normaal gezien ook een afspraak met de stiefmama van Sanda om met haar te spreken. Maar dan kwamen de politieverhoren ertussen, daarna werden we door de KU Leuven gesommeerd om ons verhaal te komen doen», aldus J.. De ontmoeting met de stiefmoeder heeft uiteindelijk niet plaatsgevonden.