Het is maar moeilijk te bevatten dat er miljoenen jaren geleden gigantische beesten rondliepen op de aardbol. Onze fascinatie voor dinosauriërs zorgt tot op vandaag voor steeds meer wetenschappelijk bewijs over hun bestaan, levenswijze en sociale structuren. Een internationaal team, waaronder wetenschappers van Argentinië en Zuid-Afrika, graven al sinds 2013 de dinorestanten in Patagonië op.
De botten en eieren ter grootte van kippeneieren zijn afkomstig van een primitieve herbivoor met een lange nek: de ‘Mussaurus patagonicus’. Naast de meer dan honderd eieren, vonden ze ook botten van volwassen en jongvolwassen dinosaurussen. Maar daarnaast vonden ze ook voor het eerst het bewijs dat dino’s in kuddes leefden.
Een solidaire dinomaatschappij
De restanten van de dinosaurussen waren gegroepeerd in een gebied op de droge oevers van een meer in Patagonië. Op de begraafplaats lagen de eieren en de pasgeboren dino’s samen, op een andere plek er niet ver vandaan de adolescenten en de volwassen dinosaurussen lagen verspreid over het gehele gebied, alleen of in koppel. Dat geeft volgens wetenschappers het bewijs van een complexe en sociale structuur van de dinomaatschappij.
Zo zouden ze samengewerkt hebben als een soort samenleving waarbij iedereen voor iedereen zorg droeg. De eieren werden op een gemeenschappelijke nestplaats gelegd, en de jongeren bleven ter plekke terwijl de volwassenen op zoek gingen naar eten. De volwassenen bekommerden zich over de hele dinomaatschappij, en niet enkel over hun eigen kinderen. Dat betekent dat zo’n tweehonderd miljoen jaar geleden de mussaurus patagonicus een best sociaal wezen was.