Wie door het rood rijdt aan een spooroverweg kan voortaan geflitst worden

Wie door het rood rijdt aan een spooroverweg kan voortaan geflitst worden
Belga / V. Lefour

Spoorwegnetbeheerder Infrabel heeft de eerste flitscamera aan een spooroverweg ingehuldigd. Het apparaat staat opgesteld in Dendermonde en weet dankzij artifiële intelligentie wanneer een voertuig door het rode licht de overweg oversteekt.

Minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) was aanwezig bij de ingebruikname van de eerste flitscamera aan een overweg. «Ik wil paal en perk stellen aan overtredingen aan spooroverwegen», verklaarde ze. «We hebben de absolute ambitie om zware verkeersongevallen met ernstige gevolgen te beperken en één van de zwarte punten blijven de spoorwegovergangen.»

45 inbreuken per dag

De geïnstalleerde camera’s aan de spooroverweg zijn zogenoemde intelligente camera’s. Projectleider bij Infrabel Gunther Buys legt uit wat er zo uniek aan is: «Deze camera is heel specifiek en bestond nog niet in België. Hij kan roodlichtinbreuken vaststellen, de camera scant continu de omgeving, hij herkent nummerplaten.»

Zo zou die camera ook gebruikt kunnen worden voor opsporing van voertuigen, maar in de eerste plaats moet hij de verkeersveiligheid aan de overwegen verhogen en dat is nodig legt Frédéric Petit, woordvoerder van Infrabel, uit: «Bijna wekelijks gebeurt er in België een ongeval aan een overweg en bijna maandelijks valt er helaas een dodelijk slachtoffer. Specifiek aan de overweg in Oudegem gebeurden er volgens een meting die verkeersinstituut VIAS deed in juni 2019 gemiddeld 45 inbreuken per dag. Dat is natuurlijk gigantisch veel.»

Boete tot 4.000 euro

Wie door het rood rijdt in Ouwegem, loopt voortaan dus tegen de lamp. Het gaat om een vierdegraadsovertreding, wat een rijverbod inhoudt van acht dagen tot vijf jaar en een boete van 320 tot 4.000 euro.

Dit jaar komen er nog roodlichtcamera’s aan een overweg in Waver en één in Kallo. Een verdere uitrol hangt onder andere van een evaluatie van die projecten af. Minister Verlinden ziet het nut ervan in: «Hopelijk krijgen deze projecten snel navolging op de vele andere overwegen in België. Het is alvast mijn bedoeling om dat verder uit te rollen.»