Optreden tegen seksuele intimidatie en agressie op de trein, naar reizigers en het personeel toe, staat hoog op de agenda. In 2019 registreerde de federale politie nog 415 meldingen van verbaal of fysiek geweld op het openbaar vervoer. Dat cijfer is niet alleen een onderschatting, maar ook al gedateerd. Daarom vraagt Groen onder andere dat NMBS het aantal klachten jaarlijks publiek maakt, en dat de spoorwegmaatschappij daarin aandacht heeft voor gender. Uit recente gegevens van FOD mobiliteit blijkt namelijk dat een op drie vrouwen het openbaar vervoer soms mijdt uit angst voor ongewenst gedrag van andere passagiers. Maar ook medewerkers van NMBS, MIVB, de Lijn of TEC krijgen te maken met geweld. In 2021 werden 4.787 gevallen van agressie tegen medewerkers van het openbaar vervoer gemeld.
Kim Buyst diende namens Groen de resolutie voor een interfederale aanpak van seksuele intimidatie en agressie op het openbaar vervoer in. Die werd afgelopen woensdag goedgekeurd in de Commissie mobiliteit. Ze baseerden zich op advies van onder andere Securail, de vakbonden en het Instituut voor Gelijkheid van Mannen en Vrouwen.
STAP 1: Laagdrempelig alarm
Voor reizigers die vandaag in aanraking komen met agressie op het openbaar vervoer is het vaak ingewikkeld om te achterhalen waar en hoe ze kunnen aankloppen bij de verantwoordelijke dienst. «Het systeem om incidenten te rapporteren moet simpeler», legt Buyst uit. «Zowel voor anonieme meldingen als formele klachten moet de procedure helder, vlot en toegankelijk worden.» Er moet daarnaast een laagdrempelig en efficiënt middel komen waarmee reizigers en personeelsleden discreet alarm kunnen slaan in geval van nood. «Bellen naar Securail doe je niet als de geweldpleger vlak naast je staat. Daarom moet er een alarm komen in de bestaande NMBS-app, dat mensen direct in contact brengt met de treinbegeleider en de veiligheidsdiensten. Securail kan dan snel ingrijpen om de dader te vatten, en de treinbegeleider kan het slachtoffer helpen opvangen», zegt Buyst.
STAP 2: Treinpersoneel aan boord
Ten tweede vraagt het actieplan expliciet aandacht voor de aanwezigheid van het treinpersoneel. Buyst legt uit dat de zichtbare aanwezigheid van personeel in stations en op de trein het aantal incidenten doet dalen. Bovendien zijn zij het eerste aanspreekpunt voor reizigers. «Hun rol is cruciaal om slachtoffers van seksuele intimidatie of agressie op te vangen, en de drempel naar aangifte te verkleinen», licht Buyst toe. Het actieplan moet ook het personeel zelf beter beschermen. Buyst: «In de basis- en voortgezette opleiding van het NMBS-personeel moet daarom een module over seksuele intimidatie en agressie opgenomen worden, en op de lijnen die als risicolijn gekend staan, moet de aanwezigheid van personeel verhoogd worden. Daar moeten treinbegeleiders altijd op collega’s kunnen terugvallen.»
STAP 3: Bewustwording
Ten slotte moet ook een bewustmakingscampagne soelaas bieden. Zo zullen reizigers beter geïnformeerd worden over wat ze kunnen doen wanneer ze zelf slachtoffer zijn van ongewenst gedrag op de trein, of wanneer ze er getuige van zijn. «Op het openbaar vervoer moet je onbezorgd kunnen wegdromen, nog even werken of een krant kunnen lezen. Niemand zou zich daar onveilig moeten voelen. Noch de passagiers, noch het personeel», besluit Buyst.
Wat doe je vandaag bij agressie?
Bij acute gevallen van agressie, diefstal of (seksueel) geweld bel je altijd eerst het noodnummer