De nieuwe wet roept onder meer een nieuw recht in het leven voor werknemers om bij hun werkgever een verzoek om flexibele arbeidsregelingen in te dienen. «Het gaat in de eerste plaats om verzoeken om de gebruikelijke arbeidsregeling of werktijden aan te passen», legt Dermagne uit. «De werknemer heeft bijvoorbeeld het recht om zijn wekelijkse werktijden op kantoor te laten aanpassen of zal kunnen vragen om een halftijdse job te herorganiseren op twee en een halve dag.»
Vooral vrouwen
«Het is helaas geen verrassing dat het bijna altijd vrouwen zijn die zich genoodzaakt zien om hun carrière op een lager pitje te zetten om een deel van hun tijd aan de zorg voor anderen te kunnen besteden», schetst Dermagne de achtergrond van het wetsontwerp. «Die gedwongen cesuur in de carrière benadeelt de werknemers in kwestie. Om daar een einde aan te maken, willen we het mogelijk maken om de activiteiten beter op elkaar af te stemmen.»
Een werkgever die het verzoek van zijn werknemer om een meer flexibele werkregeling weigert, zal dat schriftelijk moeten motiveren binnen een vooraf vastgestelde termijn. Wordt die termijn niet gerespecteerd, dan zal het ingediende verzoek geldig worden verklaard. Zoals bij elk ander verzoek om verlof is de werknemer beschermd tegen eventuele represailles en ontslag.
Zorgverlof
Met de wet wordt ook een nieuw zorgverlof gecreëerd, dat flexibel zal kunnen worden ingezet. Het zal de werknemer vrijstellen van alle beroepsactiviteiten gedurende 5 dagen per jaar, na een contact met de werkgever. Dermagne: «De voorbeelden zijn legio: het kan gaan om het bezoeken van een kind in het ziekenhuis, het vergezellen van een echtgenoot bij een dialyse, of het begeleiden van een familielid dat intrekt in een rusthuis. Al deze familieleden verdienen de zorg en aandacht die ze nodig hebben.»
Werknemers die van dit recht gebruikmaken, zullen zo veel mogelijk worden beschermd. Het verlof zal op de gebruikelijke wijze worden uitbetaald.
Bewijslast omgekeerd
Verder wil Dermagne de «grote onrechtvaardigheid» stoppen waarbij contracten niet worden verlengd omdat de betrokken werknemer verlof opneemt, zoals bij een uitzendkracht die steeds opnieuw met een contract van bepaalde duur werkt en in zwangerschapsverlof wil gaan. «De bewijslast zal worden omgekeerd», zegt Dermagne. «Het is vanaf nu aan de werkgever om te bewijzen dat hij zijn werknemer niet heeft opgezegd om redenen die verband houden met het opnemen van verlof.»
Wordt het contract niet verlengd, dan zal de werkgever een vergoeding van drie maanden loon moeten betalen. Wordt de werknemer om een «niet-objectieve reden» ontslagen, dan zal de werkgever een forfaitaire som van zes maanden loon moeten uitbetalen. Dit geldt ook voor uitzendkrachten.
Sancties geboorteverlof
Tot slot wordt ook een sanctie ingevoerd voor werkgevers die hun werknemers geen geboorteverlof hebben toegekend of de duur of de voorwaarden van dat verlof niet hebben gerespecteerd. Verrassend genoeg, zegt Dermagne, waren in het Sociaal Strafwetboek nog geen sancties voorzien. Werknemers die vaststellen dat hun werkgever geen geboorteverlof wil toekennen, zullen een klacht kunnen indienen bij de sociale inspectie. Bij vaststelling van de overtreding, zal de werkgever in kwestie een strafrechtelijke of administratieve boete kunnen worden opgelegd door de sociale inspecteurs.
Met het wetsontwerp van Dermagne wordt een Europese richtlijn omgezet in Belgisch recht. De ministerraad zette vorige vrijdag het licht op groen, waarna de tekst naar de Raad van State verstuurd werd voor advies. Dermagne hoopt dat het parlement het ontwerp deze zomer al kan goedkeuren.