De oorlog in Oekraïne verergert het probleem van zware ondervoeding bij kinderen, aldus Unicef. «Reeds voor de oorlog in Oekraïne hadden vele families door conflicten, ’klimaatschokken’ en de gevolgen van de COVID-19-pandemie het moeilijk hun kinderen te voeden», zegt Unicef-topvrouw Catherine Russell. Daar komen nu bijkomende problemen bij. Zo kan Oekraïne door de oorlog bijvoorbeeld veel minder graan exporteren terwijl het land geldt als een van de graanschuren van Europa.
Volgens de kinderorganisatie lijden op dit moment minstens 13,6 miljoen kinderen onder de 5 jaar aan acute ondervoeding. In de Hoorn van Afrika zal het aantal ernstig ondervoede kinderen op korte termijn stijgen van 1,7 miljoen naar 2 miljoen kinderen. Maar ook in andere regio’s, zoals Zuid-Azië, zijn de cijfers zeer zorgwekkend, meldt UNICEF in een dinsdag gepubliceerd rapport.
«Weinig tijd»
De organisatie wijst erop dat minstens 10 miljoen ernstig ondervoede kinderen geen toegang hebben tot de juiste behandeling. De kosten van de therapeutische voeding die de kinderen krijgen nemen door de stijgende voedselprijzen toe. Daardoor lopen de levens van nog eens 600.000 kinderen gevaar, meldt UNICEF. De organisatie roept regering en donoren op met extra geld te komen. «Er moet snel worden gehandeld», zegt directeur Catherine Russell. «Er is nog maar bitter weinig tijd voordat deze situatie veel en veel erger wordt.»
Volgens Russell zullen de voedingsprijzen het komende halfjaar met 16 procent stijgen. «Een prijsverhoging met 16 procent kan in de context van de mondiale levensmiddelenmarkt nog beheersbaar klinken. Maar aan het einde van de keten is er de wanhoop van een ondervoed kind.» Zware ondervoeding verandert gewone kinderziekten in een dodelijk gevaar, klinkt het.