Meisjesrechten staan wereldwijd nog steeds onder druk en de problemen zijn er door het coronavirus en klimaatverandering alleen maar groter op geworden, zegt Plan International. Zo zijn naar schatting 20 miljoen meisjes na de sluiting van hun school wegens corona niet meer teruggekeerd naar de klas. Daarnaast zijn van de mensen die ontheemd raken door klimaatverandering, zo’n 80 procent van het vrouwelijk geslacht. Maar de organisatie ziet ook tekenen van hoop. Zo zijn Meryame Kitir en Sophie Wilmès de eerste vrouwelijke ministers van Ontwikkelingssamenwerking en van Buitenlandse Zaken. Wilmès was daarvoor ook al de eerste vrouwelijke premier van België. Beiden verleenden dan ook enthousiast hun steun aan de actie en willen jongeren, en meisjes in het bijzonder, betrekken in hun beleid.
Zelfde potentieel, andere kansen
Margaux mocht voor één dag minister van Ontwikkelingssamenwerking zijn, waarbij ze een internationale conferentie over de toegang tot onderwijs opende. «Meisjesrechten moeten een prioriteit zijn op de internationale agenda. We hebben allemaal hetzelfde potentieel, maar niet altijd dezelfde kansen. Dat moet anders», aldus de twintiger. Louise van haar kant mocht als eerste jongere de ministerraad betreden. Zij lichtte er toe waarom ze Wilmès verving en opende op haar beurt een internationale conferentie over de toekomst van Europa.
Plan International België ziet ook in haar partnerlanden dat de strijd nog lang niet gestreden is. Jaarlijks worden zo’n 12 miljoen meisjes uitgehuwelijkt voor hun achttiende verjaardag en lopen 3 miljoen meisjes het risico op genitale verminking. Ongeveer 12 miljoen meisjes tussen 15 en 19 jaar bevallen na een tienerzwangerschap - meteen ook de voornaamste doodsoorzaak in die leeftijdscategorie. De ngo werkt met lokale partners aan oplossingen voor de problemen waar meisjes mee te maken krijgen.