De extreme natuurbranden die de voorbije jaren onder meer in Australië, Californië en Canada schade hebben aangericht, dreigen door de klimaatverandering alleen maar vaker voor te komen, zo blijkt uit een onderzoek dat UNEP samen met het Noorse onderzoekscentrum GRID-Arendal uitvoerde.
Ook in onvoorziene gebieden
Zelfs als de wereld erin slaagt de opwarming te beperken tot 2 graden Celsius, zal het aantal catastrofale branden tegen 2030 toenemen met 9 tot 14 procent, zo luidt de voorspelling. Tegen 2050 gaat het om een stijging met 20 tot 33 procent en tegen 2100 met 31 tot 52 procent, zo is de verwachting nog. Ook op de toendra’s in poolgebieden en andere regio’s waar natuurbranden voorheen niet voorkwamen, loopt het risico op verwoestend vuur op.
De branden worden niet rechtstreeks door de klimaatverandering veroorzaakt. Maar de steeds vaker voorkomende periodes van hittegolven en extreme droogte, creëren wel de voorwaarden voor de ontwikkeling van de meer extreme natuurbranden. «Zelfs met het uitvoeren van de meest ambitieuze inspanningen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, zal de planeet een dramatische toename kennen van de omstandigheden die extreme branden mogelijk maken», stelt het rapport.
UNEP-baas Inger Andersen zegt dat de overheden te weinig inspanningen leveren om het risico op extreme branden te verminderen. «Het antwoord van de regeringen is om geld op de verkeerde plaats te investeren», zegt ze. Er wordt meer aandacht gevraagd voor preventieve maatregelen, zoals vermindering van activiteiten die brand kunnen veroorzaken, beter beheer van dode vegetatie en een aanpassing van de ruimtelijke ordening. Momenteel gaat het grootste deel van het budget nog naar brandbestrijding.