De ministers van Volksgezondheid van de verschillende regeringen hebben woensdagavond beslist om bij de vaccins van Pfizer en Moderna het tijdsinterval voor een boosterprik in te korten van zes naar vier maanden na de tweede prik.
Uitdaging
De beslissing laat toe om de vaccinatiecampagne te versnellen. «De bedoeling is om in januari bij 2,5 miljoen mensen een derde prik te zetten. Dat is een ongelooflijke nieuwe uitdaging die voor ons ligt», zegt Beke.
«Dat betekent dat we op weekbasis tussen de zevenhonderd- en achthonderdduizend prikken gaan zetten. Om te vergelijken: juni was een absolute topmaand. Maar nu zullen we er een 100.000 extra per week doen om deze doelstelling te kunnen realiseren.»
‘Uitnodigbaar’
Door de kortere tijdspanne tussen de tweede en derde prik worden deze week nog meer dan 2 miljoen Vlamingen ‘uitnodigbaar’ voor vaccinatie, zegt Dirk Dewolf van het Agentschap Zorg en Gezondheid. Wellicht vanaf vrijdag kunnen mensen op basis van het ingekorte interval uitgenodigd worden.
De bedoeling is om ook dit jaar nog maximaal te vaccineren. Momenteel hebben al 1,9 miljoen Vlamingen een boosterprik gekregen en tot het eind van het jaar zijn er nog meer dan 507.000 afspraken voor een derde prik gepland. Het plan is dus om in 2021 nog in de buurt van de 2,5 miljoen prikken uit te komen.
Voor die versnelde boostercampagne zal een beroep worden gedaan op de 84 bestaande vaccinatiecentra. «Het opzetten van extra circuits zou te laat komen. We willen de beschikbare vaccins en de personeelsmiddelen niet te veel versnipperen», zegt Dewolf.
Vaccinatie kinderen
Intussen wordt ook de vaccinatie van kinderen tussen 5 en 11 jaar voorbereid vanaf begin 2022. Een beslissing over het vaccineren van die leeftijdsgroep wordt maandag op een interministeriële conferentie verwacht. De centra met voldoende capaciteit zullen ook die vaccinaties op zich nemen, maar in het andere geval zullen er alternatieve locaties gezocht moeten worden. De bedoeling is om het vaccineren van kinderen tegen eind februari te hebben afgerond.