Na het coronajaar van 2020 schoot de Vlaamse broeikasgas uitstoot opnieuw omhoog: we stootten een geschatte 72 megaton uit, ten opzichte van 69 megaton in 2020. Dat zou een stijging met 4 procent betekenen. In 2020 had de Vlaamse Milieumaatschappij nog een daling van zo’n 9 procent genoteerd. Het gedeelte van de uitstoot van broeikasgassen dat niet valt onder het emissiehandelsysteem (ETS), en afkomstig is van kleinere bedrijven, de transportsector, landbouw, afvalverwerking en de verwarming van gebouwen en woningen, steeg met zo’n 6 procent. Vlaanderen hanteert een eigen klimaatbeleid dat dit gedeelte van de gassen moet verminderen.
Sinds 2005 hebben we zo’n 4,5 megaton minder uitgestoten. Daarmee zitten we niet op koers om tegen 2030, de deadline die de Europese Commissie heeft vastgelegd, 40 procent minder broeikasgassen uit te stoten. Mits een lineaire afname, hadden we al 12 megaton minder moeten produceren. Ook deze regering zit niet op het pad van een daling met 40 procent.
«Ambitieuze maatregelen»
In een reactie onderstreept minister van Leefmilieu Zuhal Demir (N-VA) dat de uitstoot sinds het begin van deze bestuursperiode wel degelijk gedaald is. «2020 was door corona echter een hoogst uitzonderlijk jaar met een economie die plat lag en een verbod op niet-essentiële verplaatsingen die een uitzonderlijk laag resultaat met zich meebrachten. In 2021 hernam de economie en zie je in de cijfers een normalisering. Niettemin zijn vorig jaar ambitieuze maatregelen genomen die de komende jaren het resultaat verder moeten verbeteren.»
Het kabinet van Demir benadrukt verder dat de Vlaamse regering als eerste een renovatieplicht invoert, inzet op op de elektrificatie van voertuigen en dat «fossiel ongezien snel uitgefaseerd wordt». «Vlaanderen is bovendien het enige gewest dat de energiebesparingsdoelen behaalt», klinkt het nog.