Na de zware aardbeving in het grensgebied van Turkije en Syrië zijn al meer dan 4.300 doden geteld. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) vreest dat de dodentol in de komende weken kan verachtvoudigen. De Europese Unie heeft meer dan 1.150 reddingswerkers en zeventig speurhonden gestuurd. De teams uit negentien EU-landen gaan helpen met het zoeken naar overlevenden en het bieden van medische hulp in het rampgebied. President Recep Tayyip Erdogan zei gisteren al dat 45 landen hulp hebben aangeboden.
Ook vandaag maken nog veel landen bekend te helpen of nog meer hulp ter beschikking te stellen. Spanje, Zuid-Korea en India kondigden bijvoorbeeld aan een veldhospitaal, medische teams en hulpmiddelen te sturen. Gisterenavond landde een Nederlands team met reddingswerkers in Adana. Zo’n 65 mensen van de politie, brandweer, ambulancediensten en Defensie zijn met vrachtwagens en touringcars onderweg naar het rampgebied. Eerder had landen als onder meer Griekenland, Duitsland, Zweden en Rusland steun aangeboden. Een Israëlisch team van zowat 150 mensen arriveerde vanochtend in Turkije.
Rusland schiet bondgenoot Syrië te hulp
Van de Turkse rampendienst AFAD zijn bijna 25.000 hulpverleners actief in het getroffen Zuidoost-Turkije. Ze gebruiken meer dan 3000 graafmachines bij het puinruimen en zoeken naar overlevenden. Voor de mensen die ontheemd zijn geraakt, zijn meer dan 40.000 tenten en 300.000 dekens beschikbaar.
Voor Syrië ligt de steun internationaal moeilijker door het bloederige conflict dat al jaren aansleept in het land. Rusland, de belangrijke militaire bondgenoot van het regime van president Bashar al-Assad, benadrukt zelf via het overheidsgecontroleerde persbureau Tass de inspanningen van Russische militairen bij de reddingswerkzaamheden. Het gaat om troepen die in het land gelegerd zijn. Damascus kon mede dankzij de militaire steun van Rusland de macht behouden of heroveren in delen van het land. Vandaag zou er volgens Tass ook een vliegtuig met Russische reddingswerkers geland zijn.
200 miljoen euro gezocht
De Internationale Federatie van Rode Kruis- en Rode Halve Maanverenigingen (IFRC) heeft naar aanleiding van de zware aardbevingen in Turkije een noodoproep gelanceerd voor 200 miljoen Zwitserse frank, wat overeenkomt met zowat 200 miljoen euro.
De Rode Halve Maanorganisaties van Turkije en Syrië zijn al uitgerukt in het rampgebied. Medewerkers in Turkije zijn aanwezig in de tien getroffen provincies. Ze verdelen er voeding en noodmateriaal om gewonden en geëvacueerden te helpen. De Syrische Rode Halve Maan meldde eveneens eerste hulpacties, waarbij gewonden naar ziekenhuizen werden gebracht.
Ook Artsen Zonder Grenzen vangt slachtoffers op in Syrië, zo klinkt het in een persbericht. Honderden mensen worden opgevangen in de eigen hulpposten van de ngo of gezondheidscentra die steun krijgen van Artsen Zonder Grenzen. De ngo leverde ook medisch noodmateriaal en bijstand aan ontheemden.