Nederland telt zowat 90.000 laadpunten (29,4 procent van het totaal in de EU), Duitsland ongeveer 60.000 (19,4 procent). De andere helft van de laadpunten ligt verspreid over de overige 25 EU-lidstaten.
Grote kloof
De kloof tussen de landen bovenaan en onderaan de rangschikking is volgens ACEA gigantisch. Nederland heeft bijna 1.600 keer meer laadpunten dan het land met de minst uitgebreide infrastructuur: Cyprus met slechts 57 laadpunten. De Nederlanders hebben bijna evenveel laadpunten als 23 andere EU-lidstaten gecombineerd.
Na Nederland en Duitsland volgen respectievelijk Frankrijk (37.128 laadpunten), Zweden (25.197) en Italië (23.543). België (13.695) komt op de zesde plaats in de rangschikking, en telt 4,5 procent van de laadpunten in de EU.
Hoewel er een sterke toename met 180 procent was van het aantal laadpunten in de EU in de voorbije vijf jaar, is het totale aantal van 307.000 volgens ACEA ontoereikend. Uit een recente studie is volgens ACEA immers gebleken dat tegen 2030 in de EU zowat 6,8 miljoen publieke laadpunten nodig zullen zijn voor de transitie naar elektrisch rijden.