«We hebben een wiskundig model gemaakt net zoals bij COVID», vertelt Christophe Van Dijck van het ITG. «In die modellen zien we wat de impact is van de verschillende aanpakken rond vaccinatie. Er is voorlopig echter weinig data en informatie over apenpokken, wat een beperking is.»
Dat wil niet zeggen dat het team rond Van Dijck geen belangrijke conclusies kon trekken. Tot nu werd gedacht dat wie besmet is met apenpokken, zich snel zou melden bij een arts.Vermoedelijk is dat niet het geval omdat niet iedereen de typische huidletsels of -kenmerken herkent of krijgt. «En zo blijft het virus zich verspreiden», aldus Van Dijk.
Daarnaast blijkt uit de studie dat het in realiteit moeilijk is om besmettingen te stoppen door middel van contacttracing, omdat mensen niet goed bijhouden met wie ze precies een hoogrisicocontact hebben gehad. En zo wordt preventieve vaccinatie de beste optie. «Dat is minstens zo efficiënt en wellicht efficiënter dan enkel de hoogrisicocontacten vaccineren», besluit Van Dijck. Die conclusie ondersteunt ook het initiatief van de Risk Management Group van de overheid om in te zetten op preventieve vaccinatie.
30.000 vaccins besteld
Momenteel zijn er «maar» 3.000 vaccins beschikbaar en zo’n 30.000 besteld. Prioriteit verlenen aan mensen met een hoog risico is zeker niet overbodig. Onderzoekers kunnen overigens moeilijk inschatten hoeveel vaccins er nog nodig zullen zijn. Initiatieven zoals die van Sensoa, om mensen te sensibiliseren in bijvoorbeeld horecazaken, blijven van essentieel belang om uit te leggen met welke symptomen mensen zich naar een arts moeten begeven.