De studie heeft Nederlandse gegevens over een periode van meer dan 20 jaar geanalyseerd. De onderzoekers bekeken data over virale parameters, zoals oversterfte, ziekenhuisopnames en reproductiegetallen, en koppelde die aan meteorologische gegevens, zoals temperatuur en luchtvochtigheid, tussen 1995 en 2019. Voor het coronavirus werden ook cijfers over woonzorgcentra in 2021 meegenomen.
Verdamping en afweer
Opvallende ontdekking van de onderzoekers was het negatieve verband tussen luchtvochtigheid en de virale parameters voor de beide virussen. Hoe minder vochtig de lucht was, hoe meer ziekenhuisopnames en oversterfte werd gemeten. Dat geeft aan dat griepvirussen zich sneller kunnen verspreiden in droge omstandigheden.
Enerzijds komt die versnelde virusverspreiding doordat druppels in de lucht sneller verdampen in droge lucht. De virussen haken zich in de lucht vast op de waterdruppeltjes: als die verdampen, kunnen de virussen zich sneller verspreiden.
Anderzijds tast een drogere lucht ook de natuurlijke afweer van de luchtwegen aan. De slijmvliezen van mensen worden droger, waardoor het makkelijker is voor het griepvirus om binnen te dringen in iemands lichaam.
«Deze studie bevestigt het belang van een goede binnenluchtkwaliteit», zegt professor Godderis. «Het verbeteren van de luchtvochtigheid binnenskamers door luchtbevochtigers kan een belangrijk potentieel vormen om de verspreiding van zowel de griep als het coronavirus tegen te gaan.»
De studie suggereert dat een luchtvochtigheid tussen 40 en 60 procent, bij een kamertemperatuur van 20 tot 23 graden Celcius, de verspreiding van het griep- of coronavirus vermindert.
Het onderzoek is midden september gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Journal of Exposure Science & Environmental Epidemiology.