Sinds de eerste studentenstudie van Randstad in 2004 was het verschil tussen studenten die in de zomervakantie werken en studenten die tijdens het schooljaar werken, nooit zo klein. Toen werkte minder dan een derde van de respondenten tijdens het schooljaar. Nu is dat 72 procent, een stijging van negen procentpunt tegenover vorig jaar. De verklaring voor die stijging ziet Randstad in de flexibelere wetgeving enerzijds en de krapte op de arbeidsmarkt anderzijds. Maar ook de coronacrisis speelt een rol. «Zo werden er - zeker in het najaar van 2021 - heel wat studenten ingezet om de vele quarantaine-gevallen bij bedrijven op te vangen», legt Wim Van der Linden van Randstad uit.
Hybride werken
De sectoren die het meest beroep doen op studentenarbeid zijn, zoals vorig jaar, de horeca, de detailhandel, de overheid en social-profitsector, productiebedrijven en de vrijetijdsector. Magazijnier is bij de respondenten de populairste studentenjob, gevolgd door kassamedewerker en administratief bediende. In het algemeen lijkt hybride werken sinds vorig jaar ook in studentenarbeid blijvend zijn ingang te hebben gevonden. Het afgelopen jaar heeft bijna een vierde van de jobstudenten aan telewerk gedaan.
In 2021 waren 269.994 studenten aan de slag via een uitzendbureau, goed voor 42,6 procent van het totaalaantal Belgische jobstudenten. «Eind 2021 merkten we al een toename met de helft van het aantal jobstudenten ten opzichte van recordjaar 2019», stelt Randstad. «De schaarste is niet afgenomen en sectoren die traditioneel veel studenten tewerkstellen, zoals pretparken, bioscopen en de horeca, draaien opnieuw op volle toeren. Als deze trend zich ook in de zomervakantie kan handhaven, stevenen we af op een alltime record.»