In 2032 moeten de treinen van de NMBS elk jaar in totaal 92 miljoen kilometer afleggen - of zo’n 10 miljoen kilometer meer dan vandaag. Op weekdagen zal het aantal treinen toenemen van 3.800 naar ruim 4.200. Ze zullen ’s morgens vroeger vetrekken en ’s avonds later doorrijden. Twee treinen per uur in elke richting in zowat elk station wordt het minimumaanbod. Rond de grote steden gaat het om vier treinen per uur. Dat alles moet de NMBS in staat stellen om 30 procent meer reizigers aan te trekken.
Harde doelstellingen
Dat zijn geen vage ambities, maar harde doelstellingen, die zijn vastgelegd in het ontwerp van de nieuwe beheerscontract tussen de NMBS en de federale overheid dat De Standaard kon inkijken. Het contract legt vast welke eisen de overheid aan het spoorbedrijf stelt in ruil voor subsidies. Opeenvolgende ministers van Mobiliteit beten er hun tanden op stuk, waardoor de NMBS werkt op een contract van 2008.
Het vernieuwde contract moet een nieuw tijdperk voor het spoor inluiden. Er werd ruim een jaar over onderhandeld tussen de top van het spoorbedrijf en het kabinet van federaal minister van Mobiliteit Georges Gilkinet (Ecolo). Het ontwerpcontract is twee weken geleden unaniem goedgekeurd door de raad van bestuur van de NMBS. Deze week komt het voor het eerst op de tafel van de regering. Als ook die het licht op groen zet, wordt het spoorbeleid van 2023 tot 2032 in steen gebeiteld.
Valideren en financieren
Minister Gilkinet laat in een reactie weten dat het de bedoeling is om nog eind dit jaar te landen. «Dit voorontwerp wordt binnenkort aan het Parlement voorgelegd. Het zal door de regering moeten worden gevalideerd en passend moeten worden gefinancierd. Het doel is om eind dit jaar te landen en NMBS een duidelijk en ambitieus kader voor de komende 10 jaar te bezorgen», aldus de minister.
«Het werk is nog niet klaar, maar het vordert volgens de aangekondigde doelstellingen, om het modale aandeel van de trein te verhogen en de dienstverlening aan de reizigers verder te verbeteren», aldus nog minister van Mobiliteit Georges Gilkinet.