Uit de peiling Nederlands blijkt dat 95 procent van de leerlingen de eindtermen basisgeletterdheid haalt voor lezen en zelfs 98 procent de eindtermen basisgeletterdheid voor luisteren. In de A-stroom haalt 88 procent van de leerlingen de eindtermen voor lezen, in de B-stroom is dit 79 procent.
Uit de peiling wiskunde blijkt dat 92 procent de eindtermen basisgeletterdheid haalt voor ’tabellen & diagrammen’, maar bij ’metend rekenen’ daalt dat naar 85 procent, bij getallenleer naar 78 procent en bij meetkunde (omtrek en oppervlakte rechthoek) naar 75 procent. Leerlingen uit de B-stroom, die ingestroomd zijn zonder getuigschrift basisonderwijs, scoren over de hele lijn minder goed. Bij getallenleer en meetkunde halen respectievelijk 51 procent en 41 procent van de leerlingen uit de B-stroom de eindtermen basisgeletterdheid. «Toch zijn ook de resultaten van de leerlingen uit de A-stroom op deze toetsen nog onvoldoende: 84 procent haalt de eindtermen basisgeletterdheid voor getallenleer, 82 procent haalt de eindtermen basisgeletterdheid voor meetkunde.»
«Inzetten op Nederlands lijkt te lonen, maar deze resultaten tonen aan dat we daarnaast ook sterk moeten inzetten op wiskunde», zegt Vlaams minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) die de resultaten woensdag bekend maakte. Hij kondigt de invoering aan van «Vlaamse toetsen, die focussen op Nederlands en wiskunde».
Leerkracht maakt het verschil
Sommige groepen leerlingen presteren beter dan andere. Zo scoren jongens beter dan meisjes op wiskunde. Leerlingen uit de A-stroom basisoptie klassieke talen doen het beter voor zowel wiskunde als Nederlands. Opvallend: de leerkracht doet er toe. «Het maakt echt een verschil wanneer leerlingen les hebben gekregen van leerkrachten die hoge verwachtingen durven stellen of van leerkrachten die al lang voor de klas staan», aldus het kabinet-Weyts.
Leerlingen met een andere thuistaal, leerlingen die al schoolse achterstand opgelopen hebben en leerlingen uit gezinnen met een lagere sociaaleconomische status (SES) scoren dan weer minder goed en halen minder vaak de eindtermen. De verschillen die er zijn tussen scholen verkleinen dan ook als je rekening houdt met bijvoorbeeld het aantal leerlingen met een andere thuistaal of met een lagere SES.
«De resultaten van de peilingen suggereren dat het loont om extra in te zetten op een vakgebied zoals Nederlands. Zo lijkt het erop dat de vele navormingen rond taal stilaan vruchten afwerpen. In de kering wil dit zeggen dat er evenzeer op wiskunde ingezet moet worden. «We gaan bij de opmaak van de nieuwe eindtermen niet alleen prioriteit geven aan Nederlands en talen, maar ook aan wiskunde en wetenschappen», zegt Weyts. «We moeten ook meer de vinger aan de pols houden. Daarom gaan we Vlaamse toetsen invoeren, die focussen op Nederlands en wiskunde. Op die manier zullen we voor het eerst zicht krijgen op de prestaties van alle leerlingen, in alle scholen - en dat elk jaar».