Er werden voor het onderzoek 1.819 jongeren tussen 15 en 25 jaar ondervraagd, de zogenaamde ‘digital natives’ die opgegroeid zijn met het internet. De studie werd uitgevoerd onder leiding van Catherine van De Heyning en Michel Walrave van de Universiteit Antwerpen in samenwerking met het Instituut voor Gelijkheid van Vrouwen en Mannen.
Niet-consensuele beelden
De jongeren zeggen zeer regelmatig ongevraagd online seksuele inhoud te ontvangen. De meeste bestond uit afbeeldingen van penissen. Zo’n 37 procent van de jongeren had al een dickpic ontvangen, bij meisjes ligt dat zelfs op 51 procent. De problematiek is ook groter bij jongeren tussen 15 en 18 jaar en bij LGB+ (homoseksuelen, biseksuelen, en anderen).
De meeste respondenten gaven aan «in verlegenheid gebracht», «boos» of zelfs «woedend» te zijn over de ontvangst van dit soort niet-consensuele beelden, vrouwen meer dan mannen. Bijna de helft van de jongeren die een dergelijke afbeelding ontvingen, kreeg deze van een onbekende. Dit geldt nog vaker voor vrouwelijke respondenten. Zo’n 10 procent van de ondervraagden gaf aan dat de afzender minstens drie jaar ouder was dan zijzelf, ook hier opvallend vaker bij vrouwen dan bij mannen.
Wanneer jongeren dergelijke beelden versturen, doen ze dat vooral om seksuele beelden terug te krijgen en de ontvanger te «verleiden». Maar een aanzienlijk deel van de respondenten geeft toe kwade bedoelingen te hebben met het verzenden van dergelijke beelden: 23 procent zegt dat zij dit doen om de ontvanger lastig te vallen of te intimideren.
Strafbaar maken?
De meerderheid (68 procent tot 79 procent) van de respondenten vindt dat het versturen van een dickpic zonder toestemming strafbaar moet zijn. De respondenten zijn voorstander van alternatieve straffen, zoals een cursus over seksueel geweld of bemiddeling of compensatie.
Daarnaast werd ook onderzoek gevoerd naar het bezit van naaktfoto’s zonder dat de persoon hiervoor toestemming had verleend. Zo’n 21 procent van de jonge mannen en slechts 9 procent van de jonge vrouwen zegt iemand te kennen die naaktfoto’s van hen heeft. Maar mogelijk wordt dit cijfer sterk onderschat.
Een meerderheid van de ondervraagden (61 procent) zegt dat zij dergelijke foto’s nooit zouden bewaren als hen werd gevraagd ze te verwijderen, maar dat aantal lag beduidend hoger bij meisjes/vrouwen. Omgekeerd waren bijna alle respondenten die aangaven intieme beelden van anderen te hebben mannen, en oudere respondenten nog meer. In 30 procent van de gevallen ging het om een screenshot van een tijdelijke momentopname. Zo’n 13 procent kocht de beelden via het dark web of via een derde partij.
Driekwart van de ondervraagden is het ermee eens dat het bezit van seksuele beelden van iemand die niet meer wil dat je ze bezit of die je nooit toestemming heeft gegeven, moet worden vervolgd. Meer dan 60 procent dacht dat dat bezit al strafbaar was en meer dan 70 procent vond dat dit gedrag bestraft moet worden.
Seksueel geweld
«De resultaten van deze studie zijn zeer verhelderend en tonen aan dat jongeren al heel vroeg met seksueel geweld worden geconfronteerd en dat geslacht en seksuele oriëntatie een belangrijke invloed hebben op het slachtoffer- of daderschap», zegt staatssceretaris Schlitz. «Dit herinnert ons er niet alleen aan dat deze kwesties in een vroeg stadium moeten worden aangepakt, maar ook dat duidelijke wetgeving moet worden aangenomen. Ik wil in deze richting gaan, door het bezit van dergelijke beelden duidelijk te verbieden. Het bezit van intieme beelden van minderjarigen is reeds strafbaar, dit moet eveneens strafbaar zijn voor intieme beelden van meerderjarigen.»
De staatssecretaris wijst erop dat online seksueel geweld vreselijke schade kan aanrichten, en zelfs kan leiden tot zelfmoord. Jongere generaties zijn bijzonder kwetsbaar.
Wie met vragen zit over zelfdoding, kan terecht bij de Zelfmoordlijn op het gratis nummer 1813 en op de website www.zelfmoord1813.be.