Het meisje maakte deel uit van een nieuw samengesteld gezin, waarvan beide ouders uit Polen naar België waren gekomen. Haar vader vormde een koppel met een Poolse vrouw, die al een zoon had uit een eerder huwelijk, en het koppel had intussen samen ook twee kinderen gekregen.
De feiten kwamen in maart 2020 aan het licht toen het meisje haar hart luchtte op haar school in Liedekerke. Daar vertelde ze dat ze dagelijks geslagen werd met een broeksriem, uren op haar knieën en ellebogen moest zitten, droog brood te eten kreeg terwijl haar vader, stiefmoeder en stiefbroers en -zussen warm eten kregen.
Stelen uit brooddozen
De school had ook al vaak opgemerkt hoe het meisje in de winter in te dunne kleren naar school kwam. Vaak ging ze dan ook eten stelen uit de brooddozen van andere kinderen omdat ze honger had. Ook moest ze zich te voet van en naar school verplaatsen, terwijl de andere kinderen van het gezin met de auto gebracht werden. Het CLB had ook melding gekregen dat het meisje duidelijk blauwe plekken vertoonde.
Bij een huiszoeking in de gezinswoning trof de politie de broeksriem aan waarover het meisje verteld had, en op zolder een hokje van 1,60 meter hoog met daarin een slaapmatje, een plastic bord en de boekentas van het kind. De beide ouders ontkenden dat ze het meisje mishandelden maar haar stiefbroer bevestigde volledig de verklaringen van het slachtoffer.
Het meisje werd nog tijdens het onderzoek geplaatst door de jeugdrechter. Er werd voor gezorgd dat de ouders in het weekend op bezoek konden komen, maar die regeling werd stopgezet omdat de ouders geen enkele interesse toonden.
Verzet
Het koppel, dat nog steeds in Liedekerke woont, kwam ook niet opdagen bij de behandeling van de zaak en werd dan ook bij verstek veroordeeld. Ze stuurden wel een advocaat om het vonnis te aanhoren. De kans is dan ook groot dat ze verzet aantekenen tegen hun veroordeling.