Op 12 oktober 2017 is beslist om geen brede communicatiecampagne op te zetten over de PFOS-vervuiling rond de 3M-site in Zwijndrecht. Op die vergadering waren toenmalig minister van Mobiliteit Ben Weyts, toenmalig minister van Omgeving Joke Schauvliege, bouwheer Lantis en OVAM vertegenwoordigd.
Bindende beslissing
Volgens OVAM heeft die beslissing om niet te communiceren er toe geleid dat er ook geen bijkomend onderzoek meer is uitgevoerd. «Er was een bindende beleidsbeslissing om niet te communiceren», zei Ann Cuyckens, afdelingshoofd bodembeheer van OVAM, maandagvoormiddag. «Als we verder zouden gaan onderzoeken, hadden we sowieso moeten communiceren. Bijkomend onderzoek zou willen zeggen dat we in de mensen hun moestuin moesten langsgaan. Dat kan niet zonder communicatie, dus zouden we de beslissing overrulen.»
Toenmalig minister Joke Schauvliege verdedigde maandag de beslissing om geen brede communicatie op te zetten. «Het is altijd makkelijk om met de bril van vandaag te kijken naar 2017», zei ze. «Ik denk met de hand op het hart dat de beslissingen die ik heb genomen degene waren waar ik me in kon vinden op basis van de gegevens die toen voorhanden waren.»
Volgens minister Ben Weyts heeft hij evenwel nooit een echt communicatieverbod uitgevaardigd. «In dat geval zou ik mijn eigen communicatieverbod zelf hebben overtreden», zei hij. «Want twee maanden na die bewuste vergadering heb ik een nota geagendeerd op de Vlaamse regering waarin staat dat er in het projectgebied van de Oosterweelverbinding bodem- en waterverontreiniging met saneringsplicht werd aangetroffen. Die nota is online verschenen tussen de beslissingen van de ministerraad.»
Inschattingsfout
Zuhal Demir, de huidige minister van Omgeving, hield vol dat OVAM wél zelf onderzoek had kunnen uitvoeren naar de vervuiling van de moestuinen. «Onze diensten voeren vandaag veertig tot vijftig verkennende onderzoeken per maand uit», zei ze. «Ik kan niet goed inschatten waarom dat toen niet is gebeurd. Wij doen het nu wel.»
Ze vindt bovendien dat OVAM in de fout ging door de beschikbare studie, degene die toxicoloog Jan Tytgat uitvoerde in de onmiddellijke omgeving van de fabriek, niet door te spelen aan de andere Vlaamse administraties, in het bijzonder het Agentschap Zorg en Gezondheid. «Het kan dat OVAM niet kon inschatten wat de gevolgen waren voor de volksgezondheid, maar zij hadden die studie gewoon moeten doorsturen naar Zorg en Gezondheid. Ik vind dat een inschattingsfout. (...) Het is niet makkelijk om één zwartepiet aan te duiden, maar het feit dat bepaalde studies niet worden doorgegeven... Ik denk dat de oefening in deze commissie grondig moet gebeuren en we moeten zien wat de aanbevelingen hier zouden moeten zijn.»