Het terugdringen van het pesticidengebruik is één van de belangrijkste pijlers van de Europese ‘boer tot bord’-strategie, die de weg moet wijzen naar een duurzaam toekomstmodel voor landbouw en voedselproductie. De Commissie wou het voorstel oorspronkelijk al in maart presenteren, maar na de Russische militaire invasie in Oekraïne besloot de Commissie de pauzeknop in te drukken.
De oorlog in de graanschuur van Europa heeft grote onzekerheid gezaaid over de voedselbevoorrading en de prijzen de hoogte ingejaagd, maar dat heeft de Commissie uiteindelijk niet doen afzien van haar voornemen, ondanks de bezorgdheden van lidstaten over de mogelijke impact op de voedselproductie.
«Grootste bedreiging»
«Het zou onverantwoord zijn om de oorlog te gebruiken om deze voorstellen af te zwakken, zeggende dat duurzaamheid tot minder voedsel leidt», zo betoogde vicevoorzitter Frans Timmermans. «De klimaat- en biodiversiteitscrisis is voor onze neus aan het gebeuren en vormt de grootste bedreiging voor onze voedselveiligheid.»
De verordening verankert de doelstelling dat het algemene gebruik van chemische pesticiden en het gebruik van de meest gevaarlijke pesticiden tegen 2030 gehalveerd moet worden. De doelstelling van 50 procent is er één voor de hele Europese Unie. De lidstaten krijgen de vrijheid om een eigen doelstelling vast te leggen, waarbij rekening kan gehouden worden met de specifieke situatie van elk land en de intensiteit van het gebruik. Het neemt niet weg dat de Commissie kan ingrijpen wanneer ze het ambitieniveau te laag acht. Een reductie met 35 procent is sowieso de ondergrens.
Financiële ondersteuning
De Commissie voorziet de komende vijf jaar bijzondere financiële ondersteuning uit het gemeenschappelijke landbouwbeleid om landbouwers te helpen de kosten te dragen en over te schakelen naar duurzame alternatieven, zoals plantenextracten en micro-organismen. Helemaal verboden wordt het gebruik van pesticiden op openbare plaatsen, zoals parken en speeltuinen.
Daarnaast presenteerde de Commissie een verordening die voor het eerst wettelijke doelstellingen voor natuurherstel vastlegt. De Europese natuur gaat er volgens het dagelijks bestuur van de EU alarmerend op achteruit. Meer dan tachtig procent van de Europese habitats bevindt zich in slechte staat. «Wij mensen zijn afhankelijk van de natuur: voor de lucht die we inademen, voor het water dat we drinken, voor het voedsel dat we eten ? voor het leven. Onze economie draait ook op de natuur», zo duidde Timmermans het belang.
Het doel is in eerste instantie om tegen 2030 voor ten minste 20 procent van de land- en zeegebieden maatregelen voor natuurherstel in te voeren. Tegen 2050 moet dat geleidelijk uitgebreid worden tot alle ecosystemen die herstel behoeven. De verordening omvat een waaier aan maatregelen voor natuurherstel in ecosystemen: van het ombuigen van de afname van bestuiverpopulaties over het herstel van gedraineerde veengebieden en habitats voor dolfijnen tot het verwijderen van rivierbarrières. Daarnaast zijn er ook doelstellingen voor natuurbehoud in verstedelijkte gebieden. Zo moet het verlies aan groene ruimte tegen 2030 gestopt worden, en moet tegen 2050 de boomkroonbedekking van elke stad met tien procent toenemen.
Nationale natuurherstelplannen opstellen
De verordening verplicht de lidstaten om samen met wetenschappers, stakeholders en het brede publiek nationale natuurherstelplannen op te stellen. Ook voor deze inspanningen wil de Commissie geld vrijmaken. In de meerjarenbegroting tot 2027 is in totaal 100 miljard euro voorzien voor uitgaven op vlak van biodiversiteit. Ze beklemtoont dat die investeringen zichzelf terugbetalent. «Elke euro die aan natuurherstel wordt besteed, brengt minstens acht euro op», maakte eurocommissaris voor Milieu Virginijus Sinkevi?ius zich sterk.
De twee verordeningen worden nu doorgestuurd naar de lidstaten en het Europees Parlement, die met beide teksten moeten instemmen.