Bij in-vitrofertilisatie (IVF) is het omwille van ethische redenen zeer moeilijk te onderzoeken of en hoe de embryo zich ingenesteld heeft in de baarmoeder. «Meestal kan beroep gedaan worden op echte menselijke cellen maar bij embryo’s - ook al bestaan ze nog maar uit een 300-tal cellen - ligt dat natuurlijk veel moeilijker, zeker als je ze in contact wil brengen met cellen van de baarmoeder waardoor ze echt zouden kunnen innestelen en ontwikkelen», zegt professor Hugo Vankelecom (KU Leuven). «Met behulp van stamcellen zijn we er nu in geslaagd ontwikkelende embryo’s in een zeer vroeg stadium na te bootsen. Zo kunnen we ze in het lab in contact brengen met baarmoedercellen om te onderzoeken welke processen belangrijk zijn voor een goede innesteling en verdere ontwikkeling.»
Eerste succes
De onderzoekers hebben al een eerste succes geboekt: ze ontdekten dat het molecule lysofostatidinezuur (LPA) een positief effect heeft op de vorming van deze stamcel-afgeleide embryo’s. Die molecule, die op een natuurlijke manier voorkomt in het lichaam, zou de slaagkansen van een IVF-behandeling kunnen verhogen.
Het nieuwe stamcelmodel kan daarnaast ook onderzoeken hoe innesteling juist voorkomen kan worden. Dat kan leiden tot nieuwe middelen voor mensen die (nog) geen kinderwens hebben. Het molecule SC144 zorgt er bijvoorbeeld voor dat de nagebootste embryocellen niet meer goed ‘plakken’ als ze in contact gebracht worden met baarmoedercellen, wat de innesteling tegenwerkt. «Het grote voordeel hiervan is dat er geen gebruik moet gemaakt worden van hormonen, wat bij de meeste anticonceptiemiddelen wel het geval is.»