Jongeren maken vooral dt-fouten bij werkwoordsvormen die hetzelfde klinken maar anders gespeld worden. Dan schrijven ze vaak de vorm die het minst voorkomt, zoals 'vindt' in plaats van 'vind', zo concludeerde Surkyn. Het type fout en het profiel van de jongere zijn bepalend of een fout wel of niet wordt verbeterd.
Gender speelt rol
In haar onderzoek focuste ze daarnaast op de leeftijd, onderwijsrichting en gender van de jongeren. Zo blijkt dat 15- en 16-jarige jongens en jongeren die een tso- of bso-richting volgen meer dt-fouten maken in chatberichten dan meisjes, 17- tot 20-jarigen en jongeren uit aso. Dat heeft niet alleen te maken met de mate waarin ze de taalregels beheersen, maar ook in hun spellingattitude, klinkt het. «Meisjes en leerlingen uit aso vinden het over het algemeen belangrijker om werkwoorden in online berichtjes juist te spellen dan jongens en leerlingen uit tso», legt Surkyn uit.
Bij 17- tot 20-jarige meisjes speelt ook de gender van de gesprekspartner een rol. In chatgesprekken met jongens maken zij meer dt-fouten, zo blijkt uit het onderzoek. «Jongens vinden zowel in formele als informele contexten een correcte werkwoordspelling minder belangrijk dan meisjes. Meisjes voelen dat goed aan en gaan zelf losser om met de regels wanneer ze met jongens chatten», aldus Surkyn.