Jaarlijks peilt het VAD naar het alcohol-, tabaks- en cannabisgebruik in het secundair onderwijs. Leerlingen vullen anoniem een vragenlijst in, maar door de coronamaatregelen kon dit niet tijdens het schooljaar 2019-2020. Het VAD heeft daarom een overkoepelend rapport opgesteld over de evoluties en trends van de voorbije twee decennia.
Bij het tabaksgebruik vond de grootste daling plaats. Dat geldt voor elke onderwijsvorm. Toch vallen blijvende verschillen tussen ASO, TSO en BSO op. TSO, maar vooral BSO telt opvallend meer regelmatige rokers. Volgens Stefaan Hendrickx, stafmedewerker in het Vlaams Instituut Gezond Leven, is de drempel naar sigaretten voor minderjarigen nog steeds te laag in België. «Tabak blijft overal te koop en is, in vergelijking met de buurlanden, goedkoop.»
Minder drinken maar meer bingen
Sinds het begin van de eeuw wordt er ook minder alcohol gedronken. Het aandeel leerlingen dat ooit al alcohol dronk, daalde van 87 procent in het jaar 2000, naar 57 procent in 2019. Het regelmatige gebruik, waarbij de leerling het afgelopen jaar minstens wekelijks alcohol dronk, zakte van 29 procent naar 12 procent.
De daling zet zich minder door bij de oudere leerlingen dan bij de jongere. Volgens het VAD respecteren min-16-jarigen steeds vaker de minimumleeftijd waarop alcohol is toegestaan. Hiernaast merkt het VAD op dat het excessief alcoholgebruik niet is afgenomen. Ongeveer 15 procent van de leerlingen doet maandelijks aan bingedrinken.
Cannabisgebruik stijgt weer
Tenslotte daalde het cannabisgebruik, maar wel minder sterk en rechtlijnig. Opvallend is dat de daling in het vorige decennium stopt en dat er sindsdien opnieuw een lichte stijging merkbaar is. Sinds de jaren ’10 geven meer leerlingen aan dat ze makkelijker aan cannabis of andere drugs denken te raken. Er zou de laatste jaren ook iets meer tolerantie zijn binnen de vriendengroep voor cannabisgebruik.
«Dat het gebruik van alcohol, tabak, cannabis en andere illegale drugs en gokken in de loop van de jaren gedaald is, is een opsteker voor iedereen die met preventie bezig is», zegt Katleen Peleman, directeur van het VAD. Toch blijven bepaalde gebruikspatronen en -cijfers alarmerend. «Het is duidelijk dat we moeten blijven inzetten op deze thema’s», besluit Peleman.