De grote boosdoeners zijn de stijgende rentevoeten en de hoge inflatie. Die veroorzaken een inkrimping van de vastgoedkoopkracht bij de Belgische bevolking.
Brussel
De dalende koopkracht blijft uitgesproken in de Belgische hoofdstad, die nog steeds gebukt gaat onder de stijgende prijzen. De Brusselaars, die op 1 januari 2022 een koopkracht van 55 m² hadden, komen nu voor een gemiddeld loon slechts in aanmerking voor 45 m². Dat betekent volgens Immoweb een verlies van 10 m². Uit dat cijfer blijkt ook dat de toegang tot huisvesting in Brussel en de andere grote steden steeds moeilijker wordt.
De Europese Centrale Bank (ECB) zet nationale banken ertoe aan hun kredietrente voor onroerend goed snel te herzien om de stijgende inflatie het hoofd te bieden. «Als we daarbij de prijsstijging voor woningen optellen die in het hele land zichtbaar is, zien we dat de Belgen te maken hebben met een aanzienlijk verlies aan koopkracht», legt Piet Derriks uit.
Verlies van 13 %
In negen maanden tijd heeft het gemiddelde Belgische gezin namelijk 13 % van zijn leencapaciteit verloren. Dat verlies heeft volgens Immoweb waarschijnlijk ernstige gevolgen voor de vraag naar onroerend goed. Veel kandidaten moeten namelijk hun aankoopproject opgeven (of herzien) omdat ze niet meer over voldoende financiële middelen beschikken.
Ondanks die bittere conclusie behoren de Belgen nog steeds tot de burgers met de beste koopkracht in Europa. «Ter vergelijking: een Frans huishouden kan zich gemiddeld 61 m² veroorloven», benadrukt Derriks.