Inflatie voor het eerst stabiel, maar blijft torenhoog: voedingsprijzen gestegen

Inflatie voor het eerst stabiel, maar blijft torenhoog: voedingsprijzen gestegen

Net als de maanden voordien is de hoge inflatie in april voornamelijk te wijten aan de hoge energieprijzen. Aardgas is 139,6 procent duurder dan vorig jaar in april, elektriciteit 49,7 procent, huisbrandolie 57,8 procent en motorbrandstoffen 27,7 procent. «De inflatie van energie bedraagt momenteel 54,11 procent en levert een bijdrage van 4,57 procentpunt aan de totale inflatie», aldus Statbel. Bijna de helft van het inflatiecijfer komt met andere woorden op het conto van de energieprijzen.

Voedingsprijzen

Niet alleen energie maar ook andere producten worden dus steeds een pak duurder. Dat vertaalt zich in de zogenaamde kerninflatie, die geen rekening houdt met energieproducten en onbewerkte voedingsmiddelen: 4,08 procent ten opzichte van 3,75 procent in maart.

Vooral vlees, brood en granen, de aankoop van voertuigen, hotelkamers, groenten en onderhoud en reparaties van voertuig tekenden in april prijsstijgingen op. Motorbrandstoffen, aardgas, kleding en telecommunicatiepacks hadden een verlagend effect op het indexcijfer. De prijs van aargas daalde gemiddeld 3,5 procent tegenover maart door de tijdelijke btw-verlaging en verwarmingspremie.

Voor de doorsnee consument is er één magere troost: voor het eerst sinds januari 2021 neemt de inflatie niet verder toe. In februari bedroeg de inflatie 8,04 procent.

Effect op lonen

De vorige overschrijding van de spilindex dateert nog maar van februari, en daar was het ook niet bij gebleven. De energieprijzen hebben al voor enkele verhogingen van de spilindex en bijgevolg uitkeringen en ambtenarenlonen gezorgd. Ook in december en augustus vorig jaar werd de spilindex overschreden. Daarvoor was het van februari 2020 geleden.

Een en ander heeft ook gevolgen voor de lonen in de private sector. Een hoge inflatie zorgt er immers ook voor dat de lonen in de privé stijgen. In elke sector gebeurt dat aan een ander tempo. Voor sommige sectoren gebeurt dat maandelijks, voor andere dan weer een keer per jaar.