In totaal 47.750 vogeltellers telden mee de tuinvogels in Vlaanderen. Volgens de voorlopige cijfers werden 777.168 vogels geteld in 25.093 tuinen. Met gemiddeld 23 vogels van zeven soorten per tuin blijft het aantal vogels gelijk met vorig jaar. Met 47.750 vogeltellers, in zowel scholen als thuis, ligt dat aantal lager dan vorig jaar (79.300), maar hoger dan in 2020 (44.672).
Inzetten op schuil- en broedplaatsen
«De huismus behoudt haar eerste plaats. Maar de aantallen zijn de afgelopen jaren wel gedaald, dus moeten we blijven inzetten op schuil- en broedplaatsen als we ze echt willen redden», zegt Gerald Driessens, vogelexpert van Natuurpunt. Het weekend was vrij aangenaam, met zondag zelfs veel zon. We kregen wel geen enorme invasies van wintervogels uit het noorden over de vloer.
«We wisten enigszins dat het vooral de standvogels waren die de race gingen bepalen en ook de kleine verschuivingen die zich de laatste jaren begonnen af te tekenen, zetten zich schijnbaar verder door. Zo is de kauw, die de afgelopen 5 jaar steevast bij de eerste vier zat, nu weggezakt naar een zesde plaats». Ook de Turkse tortel lijkt over zijn hoogtepunt te zitten. «Het ziet er helaas niet naar uit dat we de merel al terugwinnen na zijn diepe crash door het usutuvirus, een vijftal jaren geleden.»
De definitieve resultaten verschijnen eind deze maand in een uitgebreid rapport.
De top 10 in Vlaanderen (tussen haakjes de ranking van 2021): 1. huismus (1), 2. koolmees (2), 3. vink (3), 4. pimpelmees (6), 5. houtduif (7), 6. kauw (4), 7. merel (7), 8. Turkse tortel (8), 9. ekster (9), 10. spreeuw (11).